G5657

Bijbelteksten

Jakobus 4:8Naakt tot God, en Hij zal tot u naken. Reinigt de handen, gij zondaars, en zuivert de harten, gij dubbelhartigen!
Jakobus 4:9Gedraagt u als ellendigen, en treurt en weent; uw lachen worde veranderd in treuren, en [uw] blijdschap in bedroefdheid.
Jakobus 5:1Welaan nu, gij rijken, weent en huilt over uw ellendigheden, die over u komen.
Jakobus 5:7Zo zijt dan lankmoedig, broeders, tot de toekomst des Heeren. Ziet, de landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, lankmoedig zijnde over dezelve, totdat het den vroegen en spaden regen zal hebben ontvangen.
Jakobus 5:8Weest gij ook lankmoedig, versterkt uw harten; want de toekomst des Heeren genaakt.
1 Petrus 1:13Daarom opschortende de lenden uws verstands, [en] nuchteren zijnde, hoopt volkomenlijk op de genade, die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus.
1 Petrus 1:22Hebbende [dan] uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, door den Geest, tot ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander vuriglijk lief uit een rein hart;
1 Petrus 2:2En, als nieuwgeborene kinderkens, zijt zeer begerig naar de redelijke onvervalste melk, opdat gij door dezelve moogt opwassen;
1 Petrus 2:17Eert een iegelijk; hebt de broederschap lief; vreest God; eert den koning.
1 Petrus 3:10Want wie het leven wil liefhebben, en goede dagen zien, die stille zijn tong van het kwaad, en zijn lippen, dat zij geen bedrog spreken;
1 Petrus 3:11Die wijke af van het kwade, en doe het goede; die zoeke vrede en jage denzelven na.
1 Petrus 3:15Maar heiligt God, den Heere, in uw harten; en zijt altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk, die u rekenschap afeist van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid en vreze.
1 Petrus 4:7En het einde aller dingen is nabij; zijt dan nuchteren, en waakt in de gebeden.
1 Petrus 5:2Weidt de kudde Gods, die onder u is, hebbende opzicht [daarover], niet uit bedwang, maar gewilliglijk; noch om vuil gewin, maar met een volvaardig gemoed;
1 Petrus 5:8Zijt nuchteren, [en] waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden;
2 Petrus 1:5En gij, tot hetzelve ook alle naarstigheid toebrengende, voegt bij uw geloof deugd, en bij de deugd kennis,
2 Petrus 1:10Daarom, broeders, benaarstigt u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen.
2 Petrus 3:14Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede;
1 Johannes 5:21Kinderkens, bewaart uzelven van de afgoden. Amen.
Judas 1:21Bewaart uzelven in de liefde Gods, verwachtende de barmhartigheid van onzen Heere Jezus Christus ten eeuwigen leven.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen