Jakobus 4:8 | Naakt tot God, en Hij zal tot u naken. Reinigt de handen, gij zondaars, en zuivert de harten, gij dubbelhartigen! |
Jakobus 4:9 | Gedraagt u als ellendigen, en treurt en weent; uw lachen worde veranderd in treuren, en [uw] blijdschap in bedroefdheid. |
Jakobus 5:1 | Welaan nu, gij rijken, weent en huilt over uw ellendigheden, die over u komen. |
Jakobus 5:7 | Zo zijt dan lankmoedig, broeders, tot de toekomst des Heeren. Ziet, de landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, lankmoedig zijnde over dezelve, totdat het den vroegen en spaden regen zal hebben ontvangen. |
Jakobus 5:8 | Weest gij ook lankmoedig, versterkt uw harten; want de toekomst des Heeren genaakt. |
1 Petrus 1:13 | Daarom opschortende de lenden uws verstands, [en] nuchteren zijnde, hoopt volkomenlijk op de genade, die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus. |
1 Petrus 1:22 | Hebbende [dan] uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, door den Geest, tot ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander vuriglijk lief uit een rein hart; |
1 Petrus 2:2 | En, als nieuwgeborene kinderkens, zijt zeer begerig naar de redelijke onvervalste melk, opdat gij door dezelve moogt opwassen; |
1 Petrus 2:17 | Eert een iegelijk; hebt de broederschap lief; vreest God; eert den koning. |
1 Petrus 3:10 | Want wie het leven wil liefhebben, en goede dagen zien, die stille zijn tong van het kwaad, en zijn lippen, dat zij geen bedrog spreken; |
1 Petrus 3:11 | Die wijke af van het kwade, en doe het goede; die zoeke vrede en jage denzelven na. |
1 Petrus 3:15 | Maar heiligt God, den Heere, in uw harten; en zijt altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk, die u rekenschap afeist van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid en vreze. |
1 Petrus 4:7 | En het einde aller dingen is nabij; zijt dan nuchteren, en waakt in de gebeden. |
1 Petrus 5:2 | Weidt de kudde Gods, die onder u is, hebbende opzicht [daarover], niet uit bedwang, maar gewilliglijk; noch om vuil gewin, maar met een volvaardig gemoed; |
1 Petrus 5:8 | Zijt nuchteren, [en] waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden; |
2 Petrus 1:5 | En gij, tot hetzelve ook alle naarstigheid toebrengende, voegt bij uw geloof deugd, en bij de deugd kennis, |
2 Petrus 1:10 | Daarom, broeders, benaarstigt u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen. |
2 Petrus 3:14 | Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede; |
1 Johannes 5:21 | Kinderkens, bewaart uzelven van de afgoden. Amen. |
Judas 1:21 | Bewaart uzelven in de liefde Gods, verwachtende de barmhartigheid van onzen Heere Jezus Christus ten eeuwigen leven. |