Romeinen 2:17 | Zie, gij wordt een Jood genaamd en rust op de wet; en roemt op God, |
Romeinen 2:23 | Die op de wet roemt, onteert gij God door de overtreding der wet? |
Romeinen 3:9 | Wat dan? Zijn wij uitnemender? Ganselijk niet; want wij hebben te voren beschuldigd beiden Joden en Grieken, dat zij allen onder de zonde zijn; |
Romeinen 3:28 | Wij besluiten dan, dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet. |
Romeinen 4:4 | Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld. |
Romeinen 4:5 | Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid. |
Romeinen 4:6 | Gelijk ook David den mens zalig spreekt, welken God de rechtvaardigheid toerekent zonder werken; |
Romeinen 4:15 | Want de wet werkt toorn; want waar geen wet is, [daar] is ook geen overtreding. |
Romeinen 5:2 | Door Welken wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods. |
Romeinen 5:3 | En niet alleenlijk [dit], maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt; |
Romeinen 6:21 | Wat vrucht dan hadt gij toen van die dingen, waarover gij u nu schaamt? Want het einde derzelve is de dood. |
Romeinen 7:15 | Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik. |
Romeinen 7:17 | Ik dan doe datzelve nu niet meer, maar de zonde, die in mij woont. |
Romeinen 7:18 | Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is [wel] bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet. |
Romeinen 7:20 | Indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo doe ik nu hetzelve niet meer, maar de zonde, die in mij woont. |
Romeinen 7:21 | Zo vind ik dan deze wet [in mij]: als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt. |
Romeinen 7:22 | Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens; |
Romeinen 8:7 | Daarom dat het bedenken des vleses vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich der wet Gods niet; want het kan ook niet. |
Romeinen 8:8 | En die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. |
Romeinen 8:18 | Want ik houde het daarvoor, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden. |