H1245 בָּקַשׁ
afsmeken genade -, verzoeken, navragen, afsmeken (Ezr, zoeken, begeren, eisen
Psalm 71:13 | Laat hen beschaamd worden, laat hen verteerd worden, die mijn ziel tegen zijn; laat hen met smaad en schande overdekt worden, die mijn kwaad zoeken. |
Psalm 71:24 | Ook zal mijn tong Uw gerechtigheid den gansen dag uitspreken, want zij zijn beschaamd, want zij zijn schaamrood geworden, die mijn kwaad zoeken. |
Psalm 83:17 | Maak hun aangezicht vol schande, opdat zij, o HEERE! Uw Naam zoeken. |
Psalm 86:14 | O God! de hovaardigen staan tegen mij op, en de vergaderingen der tirannen zoeken mijn ziel; en zij stellen U niet voor hun ogen. |
Psalm 104:21 | De jonge leeuwen, briesende om een roof, en om hun spijs van God te zoeken. |
Psalm 105:3 | Roemt u in den Naam Zijner heiligheid; het hart dergenen, die den HEERE zoeken, verblijde zich. |
Psalm 105:4 | Vraagt naar den HEERE en Zijn sterkte; zoekt Zijn aangezicht geduriglijk. |
Psalm 119:176 | Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw knecht, want Uw geboden heb ik niet vergeten. |
Psalm 122:9 | Om des huizes des HEEREN, onzes Gods wil, zal ik het goede voor u zoeken. |
Spreuken 2:4 | Zo gij haar zoekt als zilver, en naspeurt als verborgen schatten; |
Spreuken 11:27 | Wie het goede vroeg nazoekt, zoekt welgevalligheid; maar wie het kwade natracht, dien zal het overkomen. |
Spreuken 14:6 | De spotter zoekt wijsheid, en er is gene; maar de wetenschap is voor den verstandige licht. |
Spreuken 15:14 | Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. |
Spreuken 17:9 | Die de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt den voornaamsten vriend. |
Spreuken 17:11 | Zekerlijk, de wederspannige zoekt het kwaad; maar een wrede bode zal tegen hem gezonden worden. |
Spreuken 17:19 | Die het gekijf liefheeft, heeft de overtreding lief; die zijn deur verhoogt, zoekt verbreking. |
Spreuken 18:1 | Die zich afzondert, tracht naar wat begeerlijks; hij vermengt zich in alle bestendige wijsheid. |
Spreuken 18:15 | Het hart des verstandigen bekomt wetenschap, en het oor der wijzen zoekt wetenschap. |
Spreuken 21:6 | Te arbeiden om schatten met een valse tong, is een voortgedrevene ijdelheid dergenen, die den dood zoeken. |
Spreuken 23:35 | Men heeft mij geslagen, [zult gij zeggen,] ik ben niet ziek geweest; men heeft mij gebeukt, ik heb het niet gevoeld; wanneer zal ik opwaken? Ik zal hem nog meer zoeken! |