H2076 זָבַח
brengen (een) offer(s) -, opofferen, offeren, brengen (een), offerande doen, slachten
1 Koningen 3:3 | En Salomo had den HEERE lief, wandelende in de inzettingen van zijn vader David; alleenlijk offerde hij en rookte op de hoogten. |
1 Koningen 3:4 | En de koning ging naar Gibeon, om aldaar te offeren, omdat die hoogte groot was; duizend brandofferen offerde Salomo op dat altaar. |
1 Koningen 8:5 | De koning Salomo nu en de ganse vergadering van Israël, die bij hem vergaderd waren, waren met hem voor de ark, offerende schapen en runderen, die vanwege de menigte niet konden geteld, noch gerekend worden. |
1 Koningen 8:62 | En de koning, en gans Israel met hem, offerden slachtofferen voor het aangezicht des HEEREN. |
1 Koningen 8:63 | En Salomo offerde ten dankoffer, dat hij den HEERE offerde, twee en twintig duizend runderen, en honderd en twintig duizend schapen. Alzo hebben zij het huis des HEEREN ingewijd, de koning en al de kinderen Israels. |
1 Koningen 11:8 | En alzo deed hij voor al zijn vreemde vrouwen, die haar goden rookten en offerden. |
1 Koningen 12:32 | En Jerobeam maakte een feest in de achtste maand, op den vijftienden dag der maand, gelijk het feest, dat in Juda was, en offerde op het altaar; van gelijken deed hij te Beth-el, offerende den kalveren, die hij gemaakt had; hij stelde ook te Beth-el priesteren der hoogten, die hij gemaakt had. |
1 Koningen 13:2 | En hij riep tegen het altaar, door het woord des HEEREN, en zeide: Altaar, altaar, zo zegt de HEERE: Zie, een zoon zal aan het huis Davids geboren worden, wiens naam zal zijn Josia; die zal op u offeren de priesters der hoogten, die op u roken, en men zal mensenbeenderen op u verbranden. |
1 Koningen 19:21 | Zo keerde hij weder van achter hem af, en nam een juk runderen, en slachtte het, en met het gereedschap der runderen zood hij hun vlees, hetwelk hij aan het volk gaf; en zij aten. Daarna stond hij op, en volgde Elia na, en diende hem. |
1 Koningen 22:44 | Evenwel werden de hoogten niet weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten. |
2 Koningen 12:3 | Alleenlijk werden de hoogten niet weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten. |
2 Koningen 14:4 | Alleenlijk werden de hoogten niet weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten. |
2 Koningen 15:4 | Alleenlijk werden de hoogten niet weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten. |
2 Koningen 15:35 | Alleenlijk werden de hoogten niet weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten; dezelve bouwde de hoge poort aan het huis des HEEREN. |
2 Koningen 16:4 | Hij offerde ook en rookte op de hoogten en op de heuvelen, ook onder alle groen geboomte. |
2 Koningen 17:35 | Nochtans had de HEERE een verbond met hen gemaakt, en had hun geboden, zeggende: Gij zult geen andere goden vrezen, noch u voor hen nederbuigen, noch hen dienen, noch hun offerande doen. |
2 Koningen 17:36 | Maar den HEERE, Die u uit Egypteland met grote kracht en met een uitgestrekten arm opgevoerd heeft, Dien zult gij vrezen, en voor Hem zult gij u buigen, en Hem zult gij offerande doen; |
2 Koningen 23:20 | En hij slachtte al de priesteren der hoogten, die daar waren, op de altaren, en verbrandde mensenbeenderen op dezelve. Daarna keerde hij weder naar Jeruzalem. |
1 Kronieken 15:26 | Zo geschiedde het, doordien dat God de Levieten hielp, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, dat zij zeven varren en zeven rammen offerden. |
1 Kronieken 21:28 | Ter zelfder tijd, toen David zag, dat de HEERE hem geantwoord had op den dorsvloer van Ornan, den Jebusiet, zo offerde hij aldaar; |