H2076 זָבַח
brengen (een) offer(s) -, opofferen, offeren, brengen (een), offerande doen, slachten

Bijbelteksten

1 Kronieken 29:21En zij offerden den HEERE slachtofferen; ook offerden zij den HEERE brandofferen, des anderen morgens van dien dag, duizend varren, duizend rammen, duizend lammeren, met hun drankofferen; en slachtofferen in menigte, voor gans Israel.
2 Kronieken 5:6De koning Salomo nu, en de ganse vergadering van Israel, die bij hem vergaderd waren voor de ark, offerden schapen en runderen, die vanwege de menigte niet konden geteld noch gerekend worden.
2 Kronieken 7:4De koning nu en al het volk offerden slachtofferen voor het aangezicht des HEEREN.
2 Kronieken 7:5En de koning Salomo offerde slachtofferen van runderen, twee en twintig duizend, en van schapen, honderd en twintig duizend. Alzo hebben de koning en het ganse volk het huis Gods ingewijd.
2 Kronieken 11:16Na die kwamen ook uit alle stammen van Israel te Jeruzalem, die hun hart begaven, om den HEERE, den God Israels, te zoeken, dat zij den HEERE, den God hunner vaderen, offerande deden.
2 Kronieken 15:11En zij offerden den HEERE ten zelfden dage van den roof, [dien] zij gebracht hadden, zevenhonderd runderen en zeven duizend schapen.
2 Kronieken 18:2En ten einde van [enige] jaren toog hij af tot Achab naar Samaria; en Achab slachtte schapen en runderen voor hem in menigte, en voor het volk, dat met hem was; en hij porde hem aan, om op te trekken naar Ramoth in Gilead.
2 Kronieken 28:4Ook offerde hij en rookte op de hoogten en op de heuvelen, mitsgaders onder alle groen geboomte.
2 Kronieken 28:23Want hij offerde den goden van Damaskus, die hem geslagen hadden, en zeide: Omdat de goden der koningen van Syrie hen helpen, zal ik hun offeren, opdat zij mij [ook] helpen; maar zij waren hem tot zijn val, mitsgaders aan gans Israel.
2 Kronieken 30:22En Jehizkia sprak naar het hart van alle Levieten, die verstand hadden in de goede kennis des HEEREN; en zij aten [de offeranden] des gezetten hoogtijds zeven dagen, offerende dankofferen, en lovende den HEERE, den God hunner vaderen.
2 Kronieken 33:16En hij richtte het altaar des HEEREN toe, en offerde daarop dankofferen en lofofferen, en zeide tot Juda, dat zij den HEERE, den God Israels, dienen zouden.
2 Kronieken 33:17Maar het volk offerde nog op de hoogten, hoewel aan den HEERE, hun God.
2 Kronieken 33:22En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, gelijk als zijn vader Manasse gedaan had; want Amon offerde al den gesneden beelden, die zijn vader Manasse gemaakt had, en diende ze.
2 Kronieken 34:4En men brak voor zijn aangezicht af de altaren der Baals; en de zonnebeelden, die omhoog boven dezelve waren, hieuw hij af; de bossen ook, en de gesneden en gegoten beelden verbrak, en vergruisde, en strooide hij op de graven dergenen, die hun geofferd hadden.
Ezra 4:2Zo kwamen zij aan tot Zerubbabel, en tot de hoofden der vaderen, en zeiden tot hen: Laat ons met ulieden bouwen, want wij zullen uw God zoeken, gelijk gijlieden; ook hebben wij Hem geofferd sinds de dagen van Esar-haddon, den koning van Assur, die ons herwaarts heeft doen optrekken.
Nehemia 4:2En sprak in de tegenwoordigheid zijner broederen en van het heir van Samaria, en zeide: Wat doen deze amechtige Joden? Zal men hen laten geworden? Zullen zij offeren? Zullen zij het in een dag voleinden? Zullen zij de steentjes uit de stofhopen levend maken, daar zij verbrand zijn?
Nehemia 12:43En zij offerden deszelven daags grote slachtofferen, en waren vrolijk; want God had hen vrolijk gemaakt met grote vrolijkheid; en ook waren de vrouwen en de kinderen vrolijk; zodat de vrolijkheid van Jeruzalem tot van verre gehoord werd.
Psalm 4:6Offert offeranden der gerechtigheid, en vertrouwt op den HEERE.
Psalm 27:6Ook nu zal mijn hoofd verhoogd worden boven mijn vijanden, die rondom mij zijn, en ik zal in Zijn tent offeranden des geklanks offeren; ik zal zingen, ja, psalmzingen den HEERE.
Psalm 50:14Offert Gode dank, en betaalt den Allerhoogste uw geloften.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin