Psalm 49:11 | Want hij ziet, dat de wijzen sterven, dat te zamen een dwaas en een onvernuftige omkomen, en hun goed anderen nalaten. |
Psalm 92:7 | Een onvernuftig man weet er niet van, en een dwaas verstaat ditzelve niet; |
Psalm 94:8 | Aanmerkt, gij onvernuftigen onder het volk! en gij dwazen! wanneer zult gij verstandig worden? |
Spreuken 1:22 | Gij slechten! hoe lang zult gij de slechtigheid beminnen, en de spotters voor zich de spotternij begeren, en de zotten wetenschap haten? |
Spreuken 1:32 | Want de afkering der slechten zal hen doden, en de voorspoed der zotten zal hen verderven. |
Spreuken 3:35 | De wijzen zullen eer beerven; maar elkeen der zotten neemt schande op zich. |
Spreuken 8:5 | Gij slechten! verstaat kloekzinnigheid, en gij zotten! verstaat [met het] hart. |
Spreuken 10:1 | De spreuken van Salomo. Een wijs zoon verblijdt den vader; maar een zot zoon is zijner moeder droefheid. |
Spreuken 10:18 | Die den haat bedekt, is van valse lippen, en die een kwaad gerucht voortbrengt, is een zot. |
Spreuken 10:23 | Het is voor den zot als spel, schandelijkheid te doen; maar voor een man van verstand, wijsheid [te plegen]. |
Spreuken 12:23 | Een kloekzinnig mens bedekt de wetenschap; maar het hart der zotten roept dwaasheid uit. |
Spreuken 13:16 | Al wie kloekzinnig is, handelt met wetenschap; maar een zot breidt dwaasheid uit. |
Spreuken 13:19 | De begeerte, die geschiedt, is zoet voor de ziel; maar het is den zotten een gruwel van het kwade af te wijken. |
Spreuken 13:20 | Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden. |
Spreuken 14:7 | Ga weg van de tegenwoordigheid eens zotten mans; want gij zoudt [bij hem] geen lippen der wetenschap merken. |
Spreuken 14:8 | De wijsheid des kloekzinnigen is zijn weg te verstaan; maar dwaasheid der zotten is bedriegerij. |
Spreuken 14:16 | De wijze vreest, en wijkt van het kwade; maar de zot is oplopende toornig, en zorgeloos. |
Spreuken 14:24 | Der wijzen kroon is hun rijkdom; de dwaasheid der zotten is dwaasheid. |
Spreuken 14:33 | Wijsheid rust in het hart des verstandigen; maar wat in het binnenste der zotten is, wordt bekend. |
Spreuken 15:2 | De tong der wijzen maakt de wetenschap goed; maar de mond der zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit. |