Prediker 6:8 | Want wat heeft de wijze meer dan de zot? Wat heeft de arme [meer], die voor de levenden weet te wandelen? |
Prediker 7:4 | Het hart der wijzen is in het klaaghuis; maar het hart der zotten in het huis der vreugde. |
Prediker 7:5 | Het is beter te horen het bestraffen des wijzen, dan dat iemand hore het gezang der dwazen. |
Prediker 7:6 | Want gelijk het geluid der doornen onder een pot is, alzo is het lachen eens zots. Dit is ook ijdelheid. |
Prediker 7:9 | Zijt niet haastig in uw geest om te toornen; want de toorn rust in den boezem der dwazen. |
Prediker 9:17 | De woorden der wijzen moeten in stilheid aangehoord worden, meer dan het geroep desgenen, die over de zotten heerst. |
Prediker 10:2 | Het hart des wijzen is tot zijn rechter-, maar het hart eens zots is tot zijn linkerhand. |
Prediker 10:12 | De woorden van een wijzen mond zijn aangenaam; maar de lippen van een zot verslinden hemzelve. |
Prediker 10:15 | De arbeid der zotten maakt een iegelijk van hen moede; dewijl zij niet weten naar de stad te gaan. |