H3684 כְּסִיל
dwaas, zot, domoor, gek

Bijbelteksten

Spreuken 26:4Antwoord den zot naar zijn dwaasheid niet, opdat gij ook hem niet gelijk wordt.
Spreuken 26:5Antwoord den zot naar zijn dwaasheid, opdat hij in zijn ogen niet wijs zij.
Spreuken 26:6Hij snijdt [zich] de voeten af, [en] drinkt geweld, die boodschappen zendt door den hand van een zot.
Spreuken 26:7Hef de benen van den kreupele op; alzo is een spreuk in den mond der zotten.
Spreuken 26:8Gelijk hij, die een [edel]gesteente in een slinger bindt, alzo is hij, die den zot eer geeft.
Spreuken 26:9[Gelijk] een doorn gaat in de hand eens dronkaards, alzo is een spreuk in den mond der zotten.
Spreuken 26:10De groten doen een iegelijk verdriet aan, en huren de zotten, en huren de overtreders.
Spreuken 26:11Gelijk een hond tot zijn uitspuwsel wederkeert, [alzo] herneemt de zot zijn dwaasheid.
Spreuken 26:12Hebt gij een man gezien, die wijs in zijn ogen is! Van een zot is meer verwachting dan van hem.
Spreuken 28:26Die op zijn hart vertrouwt, die is een zot; maar die in wijsheid wandelt, die zal ontkomen.
Spreuken 29:11Een zot laat zijn gansen geest uit, maar de wijze wederhoudt dien achterwaarts.
Spreuken 29:20Hebt gij een man gezien, die haastig in zijn woorden is? Van een zot is meer verwachting dan van hem.
Prediker 2:14De ogen des wijzen zijn in zijn hoofd, maar de zot wandelt in de duisternis. Toen bemerkte ik ook, dat enerlei geval hun allen bejegent.
Prediker 2:15Dies zeide ik in mijn hart: Gelijk het den dwaze bejegent, zal het ook mijzelven bejegenen; waarom heb ik dan toen meer naar wijsheid gestaan? Toen sprak ik in mijn hart, dat ook hetzelve ijdelheid was.
Prediker 2:16Want er zal in eeuwigheid niet meer gedachtenis van een wijze, dan van een dwaas zijn; aangezien hetgeen nu is, in de toekomende dagen altemaal vergeten wordt; en hoe sterft de wijze met den zot?
Prediker 4:5De zot vouwt zijn handen samen, en eet zijn eigen vlees.
Prediker 4:13Beter is een arm en wijs jongeling, dan een oud en zot koning, die niet weet van meer vermaand te worden.
Prediker 4:17Bewaar uw voet, als gij tot het huis Gods ingaat, en zijt liever nabij om te horen, dan om der zotten slachtoffer te geven; want zij weten niet, dat zij kwaad doen.
Prediker 5:2Want [gelijk] de droom komt door veel bezigheid, alzo de stem des zots door de veelheid der woorden.
Prediker 5:3Wanneer gij een gelofte aan God zult beloofd hebben, stel niet uit dezelve te betalen; want Hij heeft geen lust aan zotten; wat gij zult beloofd hebben, betaal het.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen