Jesaja 44:20 | Hij voedt zich met as, het bedrogen hart heeft hem [ter zijde] afgeleid; zodat hij zijn ziel niet redden kan, noch zeggen: Is er niet een leugen in mijn rechterhand? |
Jesaja 46:8 | Gedenkt hieraan, en houdt u kloekelijk, brengt het weder in het hart, o gij overtreders! |
Jesaja 46:12 | Hoort naar Mij, gij stijven van harte, gij, die verre van de gerechtigheid zijt! |
Jesaja 47:7 | En gij zeidet: Ik zal koningin zijn in eeuwigheid; tot nog toe hebt gij deze dingen niet in uw hart genomen, gij hebt aan het einde daarvan niet gedacht. |
Jesaja 47:10 | Want gij hebt op uw boosheid vertrouwd; gij hebt gezegd: Niemand ziet mij; uw wijsheid en uw wetenschap heeft u afkerig gemaakt; en gij hebt in uw hart gezegd: Ik ben het, en niemand meer dan ik. |
Jesaja 51:7 | Hoort naar Mij, gijlieden, die de gerechtigheid kent, gij volk, in welks hart Mijn wet is! vreest niet de smaadheid van den mens, en voor hun smaadredenen ontzet u niet. |
Jesaja 57:1 | De rechtvaardige komt om, en er is niemand, die het ter harte neemt; en de weldadige lieden worden weggeraapt, zonder dat er iemand op let, dat de rechtvaardige weggeraapt wordt voor het kwaad. |
Jesaja 57:11 | Maar voor wien hebt gij geschroomd of gevreesd? Want gij hebt gelogen, en zijt Mijner niet gedachtig geweest, gij hebt [Mij] op uw hart niet gelegd; is het niet, [om]dat Ik zwijg, en dat van ouds af, en gij vreest Mij niet? |
Jesaja 57:15 | Want alzo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont, en Wiens Naam heilig is: Ik woon [in] de hoogte en [in] het heilige, en bij dien, die van een verbrijzelden en nederigen geest is, opdat Ik levend make den geest der nederigen, en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden. |
Jesaja 57:17 | Ik was verbolgen over de ongerechtigheid hunner gierigheid, en sloeg hen; Ik verborg Mij, en was verbolgen; evenwel gingen zij afkerig henen in den weg huns harten. |
Jesaja 59:13 | Het overtreden en het liegen tegen den HEERE, en het achterwaarts wijken van onzen God; het spreken van onderdrukking en afval, het ontvangen en het dichten van valse woorden uit het hart. |
Jesaja 61:1 | De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis; |
Jesaja 63:4 | Want de dag der wraak was in Mijn hart, en het jaar Mijner verlosten was gekomen. |
Jesaja 63:17 | HEERE! waarom doet Gij ons van Uw wegen dwalen, [waarom] verstokt Gij ons hart, dat wij U niet vrezen? Keer weder om Uwer knechten wil, de stammen Uws erfdeels. |
Jesaja 65:14 | Ziet, Mijn knechten zullen juichen van goeder harte, maar gijlieden zult schreeuwen van weedom des harten, en van verbreking des geestes zult gij huilen. |
Jesaja 65:17 | Want ziet, Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; en de vorige dingen zullen niet [meer] gedacht worden, en zullen in het hart niet opkomen. |
Jesaja 66:14 | En gij zult [het] zien, en uw hart zal vrolijk zijn, en uw beenderen zullen groenen als het tedere gras; dan zal de hand des HEEREN bekend worden aan Zijn knechten, en Hij zal Zijn vijanden gram worden. |
Jeremia 3:10 | En zelfs in dit alles heeft zich haar trouweloze zuster Juda tot Mij niet bekeerd met haar ganse hart, maar valselijk, spreekt de HEERE. |
Jeremia 3:15 | En Ik zal ulieden herders geven naar Mijn hart; die zullen u weiden [met] wetenschap en verstand. |
Jeremia 3:16 | En het zal geschieden, wanneer gij vermenigvuldigd en vruchtbaar zult geworden zijn in het land, in die dagen, spreekt de HEERE, zullen zij niet meer zeggen: De ark des verbonds des HEEREN, ook zal zij in het hart niet opkomen; en zij zullen aan haar niet gedenken, en [haar] niet bezoeken, en zij zal niet weder gemaakt worden. |