H3820 לֵב
innerlijk (zn), verstamd, wil, hart, begrip

Bijbelteksten

Jesaja 44:20Hij voedt zich met as, het bedrogen hart heeft hem [ter zijde] afgeleid; zodat hij zijn ziel niet redden kan, noch zeggen: Is er niet een leugen in mijn rechterhand?
Jesaja 46:8Gedenkt hieraan, en houdt u kloekelijk, brengt het weder in het hart, o gij overtreders!
Jesaja 46:12Hoort naar Mij, gij stijven van harte, gij, die verre van de gerechtigheid zijt!
Jesaja 47:7En gij zeidet: Ik zal koningin zijn in eeuwigheid; tot nog toe hebt gij deze dingen niet in uw hart genomen, gij hebt aan het einde daarvan niet gedacht.
Jesaja 47:10Want gij hebt op uw boosheid vertrouwd; gij hebt gezegd: Niemand ziet mij; uw wijsheid en uw wetenschap heeft u afkerig gemaakt; en gij hebt in uw hart gezegd: Ik ben het, en niemand meer dan ik.
Jesaja 51:7Hoort naar Mij, gijlieden, die de gerechtigheid kent, gij volk, in welks hart Mijn wet is! vreest niet de smaadheid van den mens, en voor hun smaadredenen ontzet u niet.
Jesaja 57:1De rechtvaardige komt om, en er is niemand, die het ter harte neemt; en de weldadige lieden worden weggeraapt, zonder dat er iemand op let, dat de rechtvaardige weggeraapt wordt voor het kwaad.
Jesaja 57:11Maar voor wien hebt gij geschroomd of gevreesd? Want gij hebt gelogen, en zijt Mijner niet gedachtig geweest, gij hebt [Mij] op uw hart niet gelegd; is het niet, [om]dat Ik zwijg, en dat van ouds af, en gij vreest Mij niet?
Jesaja 57:15Want alzo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont, en Wiens Naam heilig is: Ik woon [in] de hoogte en [in] het heilige, en bij dien, die van een verbrijzelden en nederigen geest is, opdat Ik levend make den geest der nederigen, en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden.
Jesaja 57:17Ik was verbolgen over de ongerechtigheid hunner gierigheid, en sloeg hen; Ik verborg Mij, en was verbolgen; evenwel gingen zij afkerig henen in den weg huns harten.
Jesaja 59:13Het overtreden en het liegen tegen den HEERE, en het achterwaarts wijken van onzen God; het spreken van onderdrukking en afval, het ontvangen en het dichten van valse woorden uit het hart.
Jesaja 61:1De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis;
Jesaja 63:4Want de dag der wraak was in Mijn hart, en het jaar Mijner verlosten was gekomen.
Jesaja 63:17HEERE! waarom doet Gij ons van Uw wegen dwalen, [waarom] verstokt Gij ons hart, dat wij U niet vrezen? Keer weder om Uwer knechten wil, de stammen Uws erfdeels.
Jesaja 65:14Ziet, Mijn knechten zullen juichen van goeder harte, maar gijlieden zult schreeuwen van weedom des harten, en van verbreking des geestes zult gij huilen.
Jesaja 65:17Want ziet, Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; en de vorige dingen zullen niet [meer] gedacht worden, en zullen in het hart niet opkomen.
Jesaja 66:14En gij zult [het] zien, en uw hart zal vrolijk zijn, en uw beenderen zullen groenen als het tedere gras; dan zal de hand des HEEREN bekend worden aan Zijn knechten, en Hij zal Zijn vijanden gram worden.
Jeremia 3:10En zelfs in dit alles heeft zich haar trouweloze zuster Juda tot Mij niet bekeerd met haar ganse hart, maar valselijk, spreekt de HEERE.
Jeremia 3:15En Ik zal ulieden herders geven naar Mijn hart; die zullen u weiden [met] wetenschap en verstand.
Jeremia 3:16En het zal geschieden, wanneer gij vermenigvuldigd en vruchtbaar zult geworden zijn in het land, in die dagen, spreekt de HEERE, zullen zij niet meer zeggen: De ark des verbonds des HEEREN, ook zal zij in het hart niet opkomen; en zij zullen aan haar niet gedenken, en [haar] niet bezoeken, en zij zal niet weder gemaakt worden.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech