H4310 מִי
any, what, who, whose, whom, if any

Bijbelteksten

Psalm 39:7Immers wandelt de mens [als] in een beeld, immers woelen zij ijdellijk; men brengt bijeen, en men weet niet, wie het naar zich nemen zal.
Psalm 53:7Och, dat Israels verlossingen uit Sion kwamen! Als God de gevangenen Zijns volks zal doen wederkeren, [dan] zal zich Jakob verheugen, Israel zal verblijd zijn.
Psalm 55:7Zodat ik zeg: Och, dat mij iemand vleugelen, als ener duive, gave! ik zou henenvliegen, waar ik blijven mocht.
Psalm 59:8Zie, zij storten overvloediglijk uit met hun mond; zwaarden zijn op hun lippen; want wie hoort het?
Psalm 60:11Wie zal mij voeren in een vaste stad? Wie zal mij leiden tot in Edom?
Psalm 64:6Zij sterken zichzelven [in] een boze zaak; zij houden spraak van strikken te verbergen; zij zeggen: Wie zal ze zien?
Psalm 71:19Ook is Uw gerechtigheid, o God, tot in de hoogte; Gij, Die grote dingen gedaan hebt; o God! wie is U gelijk?
Psalm 73:25Wien heb ik [nevens U] in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Psalm 76:8Gij, vreselijk zijt Gij; en wie zal voor Uw aangezicht bestaan, van den tijd Uws toorns af?
Psalm 77:14O God! Uw weg is in het heiligdom; wie is een groot God, gelijk God?
Psalm 89:7Want wie mag in den hemel tegen den HEERE geschat worden? [Wie] is den HEERE gelijk, onder de kinderen der sterken?
Psalm 89:9O HEERE, God der heirscharen! wie is als Gij, grootmachtig, o HEERE! en Uw getrouwheid is rondom U.
Psalm 89:49Wat man leeft er, die den dood niet zien zal, die zijn ziel zal bevrijden van het geweld des grafs? Sela.
Psalm 90:11Wie kent de sterkte Uws toorns, en Uw verbolgenheid, naardat Gij te vrezen zijt?
Psalm 94:16Wie zal voor mij staan tegen de boosdoeners? Wie zal zich voor mij stellen tegen de werkers der ongerechtigheid?
Psalm 106:2Wie zal de mogendheden des HEEREN uitspreken, al Zijn lof verkondigen?
Psalm 107:43Wie is wijs? Die neme deze [dingen] waar; en dat zij verstandelijk letten op de goedertierenheden des HEEREN.
Psalm 108:11Wie zal mij voeren in een vaste stad? Wie zal mij leiden tot in Edom?
Psalm 113:5Wie is gelijk de HEERE, onze God? Die zeer hoog woont.
Psalm 130:3Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! wie zal bestaan?

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel