H4310 מִי
any, what, who, whose, whom, if any

Bijbelteksten

Job 6:8Och, of mijn begeerte kwame, en dat God mijn verwachting gave;
Job 9:4Hij is wijs van hart, en sterk van kracht; wie heeft zich tegen Hem verhard, en vrede gehad?
Job 9:12Zie, Hij zal roven, wie zal het Hem doen wedergeven? Wie zal tot Hem zeggen: Wat doet Gij?
Job 9:19Zo het aan de kracht [komt], zie, Hij is sterk; en zo het aan het recht [komt], wie zal mij dagvaarden?
Job 9:24De aarde wordt gegeven in de hand des goddelozen; Hij overdekt het aangezicht harer rechteren; zo niet, wie is Hij dan?
Job 11:5Maar gewisselijk, och, of God sprak, en Zijn lippen tegen u opende;
Job 11:10Indien Hij voorbijgaat, opdat Hij overlevere of vergadere, wie zal dan Hem afkeren?
Job 12:3Ik heb ook een hart even als gijlieden, ik zwicht niet voor u; en bij wien zijn niet dergelijke dingen?
Job 12:9Wie weet niet uit alle deze, dat de hand des HEEREN dit doet?
Job 13:5Och, of gij gans stilzweegt! Dat zou ulieden voor wijsheid wezen.
Job 13:19Wie is hij, die met mij twist? Wanneer ik nu zweeg, zo zou ik den geest geven.
Job 14:4Wie zal een reine geven uit den onreine? Niet een.
Job 14:13Och, of Gij mij in het graf verstaakt, mij verborgt, totdat Uw toorn zich afkeerde; dat Gij mij een bepaling steldet, en mijner gedachtig waart!
Job 17:3Zet toch bij, stel mij een borg bij U; wie zal hij zijn? Dat in mijn hand geklapt worde.
Job 17:15Waar zou dan nu mijn verwachting wezen? Ja, mijn verwachting, wie zal ze aanschouwen?
Job 19:23Och, of nu mijn woorden toch opgeschreven wierden! Och, of zij in een boek ook wierden ingetekend!
Job 21:31Wie zal hem in het aangezicht zijn weg vertonen? Als hij [wat] doet, wie zal hem vergelden?
Job 23:3Och, of ik wist, dat ik Hem vinden zou, ik zou tot Zijn stoel komen;
Job 23:13Maar is Hij tegen iemand, wie zal dan Hem afkeren? Wat Zijn ziel begeert, dat zal Hij doen.
Job 24:25Indien het nu zo niet is, wie zal mij leugenachtig maken, en mijn rede tot niet brengen?

Mede mogelijk dankzij