Numeri 2:25 | De banier des legers van Dan zal tegen het noorden zijn, naar hun heiren; en Ahiezer, de zoon van Ammisaddai, zal de overste der zonen van Dan zijn. |
Numeri 2:27 | En nevens hem zal zich legeren de stam van Aser; en Pagiel, de zoon van Ochran, zal de overste der zonen van Aser zijn. |
Numeri 2:29 | Daartoe de stam van Nafthali; en Ahira, de zoon van Enan, zal de overste der zonen van Nafthali zijn. |
Numeri 3:24 | De overste nu van het vaderlijke huis der Gersonieten zal zijn Eljasaf, de zoon van Lael. |
Numeri 3:30 | De overste nu van het vaderlijke huis der geslachten van de Kahathieten, zal zijn Elisafan, de zoon van Uzziel. |
Numeri 3:32 | De overste nu der oversten van Levi zal zijn Eleazar, de zoon van Aaron, den priester; [zijn] opzicht zal zijn over degenen, die de wacht des heiligdoms waarnemen. |
Numeri 3:35 | De overste nu van het vaderlijke huis der geslachten van Merari zal zijn Zuriel, de zoon van Abihail; zij zullen zich legeren aan de zijde des tabernakels, noordwaarts. |
Numeri 4:34 | Mozes dan en Aaron, en de oversten der vergadering telden de zonen der Kahathieten, naar hun geslachten, en naar het huis hunner vaderen: |
Numeri 4:46 | Al de getelden, welke Mozes en Aaron, en de oversten van Israël geteld hebben van de Levieten, naar hun geslachten, en naar het huis hunner vaderen, |
Numeri 7:2 | Dat de oversten van Israel, de hoofden van het huis hunner vaderen, offerden; deze waren de oversten der stammen, die over de getelden stonden. |
Numeri 7:3 | En zij brachten hun offerande voor het aangezicht des HEEREN, zes overdekte wagens, en twaalf runderen; een wagen voor twee oversten, en een os voor elk een; en brachten ze voor den tabernakel. |
Numeri 7:10 | En de oversten offerden ter inwijding des altaars, op den dag als hetzelve gezalfd werd; de oversten dan offerden hun offeranden voor het altaar. |
Numeri 7:11 | En de HEERE zeide tot Mozes: Elke overste zal (een iegelijk op zijn dag) zijn offerande offeren, ter inwijding des altaars. |
Numeri 7:18 | Op den tweeden dag offerde Nethaneel, de zoon van Zuar, de overste van Issaschar. |
Numeri 7:24 | Op den derden dag [offerde] de overste der zonen van Zebulon, Eliab, de zoon van Helon. |
Numeri 7:30 | Op den vierden dag [offerde] de overste der kinderen van Ruben, Elizur, de zoon van Sedeur. |
Numeri 7:36 | Op den vijfden dag [offerde] den overste der kinderen van Simeon, Selumiel, de zoon van Zurisaddai. |
Numeri 7:42 | Op den zesden dag [offerde] de overste der kinderen van Gad, Eljasaf, den zoon van Dehuel. |
Numeri 7:48 | Op den zevenden dag [offerde] de overste der kinderen van Efraim, Elisama, den zoon van Ammihud. |
Numeri 7:54 | Op den achtsten dag [offerde] de overste der kinderen van Manasse, Gamaliel, de zoon van Pedazur. |