H5674 עָבַר
...) over, went, (pass, ect...) through, pass
Psalm 38:5 | Want mijn ongerechtigheden gaan over mijn hoofd; als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden. |
Psalm 42:5 | Ik gedenk daaraan, en stort mijn ziel uit in mij, omdat ik placht heen te gaan onder de schare, [en] met hen te treden naar Gods huis, met een stem van vreugdegezang en lof, [onder] de feesthoudende menigte. |
Psalm 42:8 | De afgrond roept tot den afgrond, bij het gedruis Uwer watergoten; al Uw baren en Uw golven zijn over mij heengegaan. |
Psalm 48:5 | Want ziet, de koningen waren vergaderd; zij waren te zamen doorgetogen. |
Psalm 57:2 | Wees mij genadig, o God! Wees mij genadig, want mijn ziel betrouwt op U, en ik neem mijn toevlucht onder de schaduw Uwer vleugelen, totdat de verdervingen zullen voorbij zijn gegaan. |
Psalm 66:6 | Hij heeft de zee veranderd in het droge; zij zijn te voet doorgegaan door de rivier; daar hebben wij ons in Hem verblijd. |
Psalm 73:7 | Hun ogen puilen uit van vet; zij gaan de inbeeldingen des harten te boven. |
Psalm 78:13 | Hij kliefde de zee, en deed er hen doorgaan; en de wateren deed Hij staan als een hoop. |
Psalm 78:21 | Daarom hoorde de HEERE, en werd verbolgen; en een vuur werd ontstoken tegen Jakob, en toorn ging ook op tegen Israel; |
Psalm 78:59 | God hoorde het en werd verbolgen, en versmaadde Israel zeer. |
Psalm 78:62 | En Hij leverde Zijn volk over ten zwaarde, en werd verbolgen tegen Zijn erfenis. |
Psalm 80:13 | Waarom hebt Gij zijn muren doorgebroken, zodat allen, die den weg voorbijgaan, hem plukken? |
Psalm 81:7 | Ik heb zijn schouder van den last onttrokken; zijn handen zijn van de potten ontslagen. |
Psalm 84:7 | Als zij door het dal der moerbezienbomen doorgaan, stellen zij Hem tot een fontein; ook zal de regen hen gans rijkelijk overdekken. |
Psalm 88:17 | Uw hittige toornigheden gaan over mij; Uw verschrikkingen doen mij vergaan. |
Psalm 89:39 | Maar Gij hebt [hem] verstoten en verworpen; Gij zijt verbolgen geworden tegen Uw gezalfde. |
Psalm 89:42 | Allen, die den weg voorbijgingen, hebben hem beroofd; zijn naburen is hij tot een smaad geweest. |
Psalm 90:4 | Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, als hij voorbijgegaan is, en [als] een nachtwaak. |
Psalm 103:16 | Als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet [meer], en haar plaats kent haar niet meer. |
Psalm 104:9 | Gij hebt een paal gesteld, dien zij niet overgaan zullen; zij zullen de aarde niet weder bedekken. |