H6030 עָנָה
cry, testify, speak, bear, answer, , sing, hear
Job 23:5 | Ik zou de redenen weten, die Hij mij antwoorden zou; en verstaan, wat Hij mij zeggen zou. |
Job 25:1 | Toen antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide: |
Job 26:1 | Maar Job antwoordde en zeide: |
Job 30:20 | Ik schrei tot U, maar Gij antwoordt mij niet; ik sta, maar Gij acht [niet] op mij. |
Job 31:35 | Och, of ik een hadde, die mij hoorde! Zie, mijn oogmerk is, dat de Almachtige mij antwoorde, en dat mijn tegenpartij een boek schrijve. |
Job 32:1 | Toen hielden de drie mannen op van Job te antwoorden, dewijl hij in zijn ogen rechtvaardig was. |
Job 32:6 | Hierom antwoordde Elihu, de zoon van Baracheel, den Buziet, en zeide: Ik ben minder van dagen, maar gijlieden zijt stokouden; daarom heb ik geschroomd en gevreesd, ulieden mijn gevoelen te vertonen. |
Job 32:12 | Als ik nu acht op u gegeven heb, ziet, er is niemand, die Job overreedde, die uit ulieden zijn redenen beantwoordde; |
Job 32:15 | Zij zijn ontzet, zij antwoorden niet meer; zij hebben de woorden van zich verzet. |
Job 32:16 | Ik heb dan gewacht, maar zij spreken niet; want zij staan stil; zij antwoorden niet meer. |
Job 32:17 | Ik zal mijn deel ook antwoorden, ik zal mijn gevoelen ook vertonen. |
Job 32:20 | Ik zal spreken, opdat ik voor mij lucht krijge; ik zal mijn lippen openen, en zal antwoorden. |
Job 33:12 | Zie, hierin zijt gij niet rechtvaardig, antwoord ik u; want God is meerder dan een mens. |
Job 33:13 | Waarom hebt gij tegen Hem getwist? Want Hij antwoordt niet van al Zijn daden. |
Job 34:1 | Verder antwoordde Elihu, en zeide: |
Job 35:1 | Elihu antwoordde verder, en zeide: |
Job 35:12 | Daar roepen zij; maar Hij antwoordt niet, vanwege den hoogmoed der bozen. |
Job 38:1 | Daarna antwoordde de HEERE Job uit een onweder, en zeide: |
Job 39:34 | En de HEERE antwoordde Job, en zeide: |
Job 39:35 | Is het twisten met den Almachtige onderrichten? Wie God bestraft, die antwoorde daarop. |