H6030 עָנָה
cry, testify, speak, bear, answer, , sing, hear

Bijbelteksten

Job 11:2Zou de veelheid der woorden niet beantwoord worden, en zou een klapachtig man recht hebben?
Job 12:1Maar Job antwoordde en zeide:
Job 12:4Ik ben het, [die] zijn vriend een spot is, [maar] roepende tot God, Die hem verhoort; de rechtvaardige [en] oprechte is een spot.
Job 13:22Roep dan, en ik zal antwoorden; of ik zal spreken, en geef mij antwoord.
Job 14:15Dat Gij zoudt roepen, en ik U zou antwoorden, dat Gij tot het werk Uwer handen zoudt begerig zijn.
Job 15:1Toen antwoordde Elifaz, de Themaniet, en zeide:
Job 15:2Zal een wijs man winderige wetenschap voor antwoord geven, en zal hij zijn buik vullen met oostenwind?
Job 15:6Uw mond verdoemt u, en niet ik; en uw lippen getuigen tegen u.
Job 16:1Maar Job antwoordde en zeide:
Job 16:3Zal er een einde zijn aan de winderige woorden? Of wat stijft u, dat gij [alzo] antwoordt?
Job 16:8Dat Gij mij rimpelachtig gemaakt hebt, is tot een getuige; en mijn magerheid staat tegen mij op, zij getuigt in mijn aangezicht.
Job 18:1Toen antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide:
Job 19:1Maar Job antwoordde en zeide:
Job 19:7Ziet, ik roep, geweld! doch word niet verhoord; ik schreeuw, doch er is geen recht.
Job 19:16Ik riep mijn knecht, en hij antwoordde niet; ik smeekte met mijn mond tot hem.
Job 20:1Toen antwoordde Zofar, de Naamathiet, en zeide:
Job 20:3Ik heb aangehoord een bestraffing, die mij schande aandoet; maar de geest zal uit mijn verstand voor mij antwoorden.
Job 21:1Maar Job antwoordde en zeide:
Job 22:1Toen antwoordde Elifaz, de Themaniet, en zeide:
Job 23:1Maar Job antwoordde en zeide:

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen