Psalm 141:7 | Onze beenderen zijn verstrooid aan den mond des grafs, gelijk of iemand op de aarde [iets] gekloofd en verdeeld had. |
Psalm 144:8 | Welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid. |
Psalm 144:11 | Ontzet mij en red mij van de hand der vreemden, welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid; |
Psalm 145:21 | [Thau.] Mijn mond zal den prijs des HEEREN uitspreken, en alle vlees zal Zijn heiligen Naam loven in der eeuwigheid en altoos. |
Spreuken 2:6 | Want de HEERE geeft wijsheid; uit Zijn mond [komt] kennis en verstand. |
Spreuken 4:5 | Verkrijg wijsheid, verkrijg verstand; vergeet niet, en wijk niet van de redenen mijns monds. |
Spreuken 4:24 | Doe de verkeerdheid des monds van u weg, en doe de verdraaidheid der lippen verre van u. |
Spreuken 5:4 | Maar het laatste van haar is bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend zwaard. |
Spreuken 5:7 | Nu dan, gij kinderen! hoort naar mij, en wijkt niet van de redenen mijns monds. |
Spreuken 6:2 | Gij zijt verstrikt met de redenen uws monds; gij zijt gevangen met de redenen uws monds. |
Spreuken 6:12 | Een Belialsmens, een ondeugdzaam man gaat met verkeerdheid des monds om; |
Spreuken 7:24 | Nu dan, kinderen, hoort naar mij, en luistert naar de redenen mijns monds. |
Spreuken 8:3 | Aan de zijde der poorten, voor aan de stad, [aan] den ingang der deuren roept Zij overluid: |
Spreuken 8:8 | Al de redenen Mijns monds zijn in gerechtigheid; er is niets verdraaids, noch verkeerds in. |
Spreuken 8:13 | De vreze des HEEREN is, te haten het kwade, de hovaardigheid, en den hoogmoed, en den kwaden weg; Ik haat ook den mond der verkeerdheden. |
Spreuken 8:29 | Toen Hij der zee haar perk zette, opdat de wateren Zijn bevel niet zouden overtreden; toen Hij de grondvesten der aarde stelde; |
Spreuken 10:6 | Zegeningen zijn op het hoofd des rechtvaardigen; maar het geweld bedekt den mond der goddelozen. |
Spreuken 10:11 | De mond des rechtvaardigen is een springader des levens; maar het geweld bedekt den mond der goddelozen. |
Spreuken 10:14 | De wijzen leggen wetenschap weg; maar den mond des dwazen is de verstoring nabij. |
Spreuken 10:31 | De mond des rechtvaardigen brengt overvloediglijk wijsheid voort; maar de tong der verkeerdheden zal uitgeroeid worden. |