Psalm 81:11 | Ik ben de Heere, uw God, Die u heb opgevoerd uit het land van Egypte; doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen. |
Psalm 89:2 | Ik zal de goedertierenheid des HEEREN eeuwiglijk zingen; ik zal Uw waarheid met mijn mond bekend maken, van geslacht tot geslacht. |
Psalm 105:5 | Gedenkt Zijner wonderen, die Hij gedaan heeft, Zijner wondertekenen, en der oordelen Zijns monds. |
Psalm 107:42 | De oprechten zien het, en zijn verblijd, maar alle ongerechtigheid stopt haar mond. |
Psalm 109:2 | Want de mond des goddelozen en de mond des bedrogs zijn tegen mij opengedaan; zij hebben met mij gesproken met een valse tong. |
Psalm 109:30 | Ik zal den HEERE met mijn mond zeer loven, en in het midden van velen zal ik Hem prijzen. |
Psalm 115:5 | Zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet; |
Psalm 119:13 | Ik heb met mijn lippen verteld al de rechten Uws monds. |
Psalm 119:43 | En ruk het woord der waarheid van mijn mond niet al te zeer, want ik hoop op Uw rechten. |
Psalm 119:72 | De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver. |
Psalm 119:88 | Maak mij levend naar Uw goedertierenheid, dan zal ik de getuigenis Uws monds onderhouden. |
Psalm 119:103 | Hoe zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig mijn mond! |
Psalm 119:108 | Laat U toch, o HEERE! welgevallen de vrijwillige offeranden mijns monds, en leer mij Uw rechten. |
Psalm 119:131 | Ik heb mijn mond wijd opengedaan, en gehijgd, want ik heb verlangd naar Uw geboden. |
Psalm 126:2 | Toen werd onze mond vervuld met lachen, en onze tong met gejuich; toen zeide men onder de heidenen: De HEERE heeft grote dingen aan dezen gedaan. |
Psalm 133:2 | Het is, gelijk de kostelijke olie op het hoofd, nederdalende op den baard, den baard van Aaron, die nederdaalt tot op den zoom zijner klederen. |
Psalm 135:16 | Zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet; |
Psalm 135:17 | Oren hebben zij, maar horen niet; ook is er geen adem in hun mond. |
Psalm 138:4 | Alle koningen der aarde zullen U, o HEERE! loven, wanneer zij gehoord zullen hebben de redenen Uws monds. |
Psalm 141:3 | HEERE! zet een wacht voor mijn mond, behoed de deur mijner lippen. |