H8147 שְׁנַיִם
both, two, twelve +, twelfth +,
1 Kronieken 25:11 | Het vierde voor Jizri; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:12 | Het vijfde voor Nethanja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:13 | Het zesde voor Bukkia; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:14 | Het zevende voor Jesarela; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:15 | Het achtste voor Jesaja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:16 | Het negende voor Mattanja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:17 | Het tiende voor Simei; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:18 | Het elfde voor Azareel; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:19 | Het twaalfde voor Hasabja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:20 | Het dertiende voor Subael; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:21 | Het veertiende voor Mattithja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:22 | Het vijftiende voor Jeremoth; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:23 | Het zestiende voor Hananja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:24 | Het zeventiende voor Josbekasa; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:25 | Het achttiende voor Hanani; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:26 | Het negentiende voor Mallothi; zijn zonen en zijn broederen; twaalf. |
1 Kronieken 25:27 | Het twintigste voor Eliatha; zijn zonen en zijn broederen; twaalf. |
1 Kronieken 25:28 | Het een en twintigste voor Hothir; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:29 | Het twee en twintigste voor Giddalti; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |
1 Kronieken 25:30 | Het drie en twintigste voor Mahazioth; zijn zonen en zijn broederen, twaalf. |