Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
piylegesh, zn. vr.; TWOT 1770
1) concubine, bijvrouw (Esth. 2:14; Hoogl. 6:8-9); 2) minnares (Ezech. 23:20)
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!