Pad, Straat, Weg

Bijbelteksten

2 Kronieken 11:17Alzo sterkten zij het koninkrijk van Juda, en bekrachtigden Rehabeam, den zoon van Salomo, drie jaren; want drie jaren wandelden zij in den weg van David, en Salomo.
2 Kronieken 12:9Zo toog Sisak, de koning van Egypte, op tegen Jeruzalem; en hij nam de schatten van het huis des HEEREN en de schatten van het huis des konings weg; hij nam alles weg; hij nam ook al de gouden schilden weg, die Salomo gemaakt had.
2 Kronieken 13:22Het overige nu der geschiedenissen van Abia, zo zijn wegen als zijn woorden, zijn beschreven in de historie van den profeet Iddo.
2 Kronieken 14:15En zij sloegen ook de tenten van het vee, en voerden weg schapen in menigte, en kemelen; en kwamen weder te Jeruzalem.
2 Kronieken 17:3En de HEERE was met Josafat; want hij wandelde in de vorige wegen zijns vaders Davids, en zocht de Baals niet.
2 Kronieken 17:6En zijn hart verhief zich in de wegen des HEEREN; en hij nam verder de hoogten en de bossen uit Juda weg.
2 Kronieken 20:32En hij wandelde in den weg van zijn vader Asa, en hij week daarvan niet af, doende dat recht was in de ogen des HEEREN.
2 Kronieken 21:6En hij wandelde in den weg der koningen van Israel, gelijk als het huis van Achab deed; want hij had de dochter van Achab tot een vrouw; en hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN.
2 Kronieken 21:12Zo kwam een schrift tot hem van den profeet Elia, zeggende: Alzo zegt de HEERE, de God van uw vader David: Omdat gij in de wegen van uw vader Josafat, en in de wegen van Asa, den koning van Juda, niet gewandeld hebt;
2 Kronieken 21:13Maar hebt gewandeld in den weg der koningen van Israel, en hebt Juda en de inwoners van Jeruzalem doen hoereren, achtervolgens het hoereren van het huis van Achab; en ook uw broederen, van uws vaders huis, gedood hebt, die beter waren dan gij;
2 Kronieken 22:3Hij wandelde ook in de wegen van het huis van Achab; want zijn moeder was zijn raadgeefster, om goddelooslijk te handelen.
2 Kronieken 27:6Alzo versterkte zich Jotham; want hij richtte zijn wegen voor het aangezicht des HEEREN, zijns Gods.
2 Kronieken 27:7Het overige nu der geschiedenissen van Jotham, en al zijn krijgen, en zijn wegen, ziet, zij zijn geschreven in het boek der koningen van Israel en Juda.
2 Kronieken 28:2Maar hij wandelde in de wegen der koningen van Israel; daartoe maakte hij ook gegotene beelden voor de Baals.
2 Kronieken 28:26Het overige nu zijner geschiedenissen, en al zijn wegen, de eerste en de laatste, ziet, zij zijn geschreven in het boek der koningen van Juda en Israel.
2 Kronieken 34:2En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN, en wandelde in de wegen van zijn vader David, en week niet af ter rechter- noch ter linkerhand.
Ezra 8:22Want ik schaamde mij van den koning een heir en ruiters te begeren, om ons te helpen van den vijand, op den weg; omdat wij tot den koning hadden gesproken, zeggende: De hand onzes Gods is ten goede over allen, die Hem zoeken, maar Zijn sterkte en Zijn toorn over allen, die Hem verlaten.
Ezra 8:31Alzo verreisden wij van de rivier Ahava, op den twaalfden der eerste maand, om te gaan naar Jeruzalem; en de hand onzes Gods was over ons, en redde ons van de hand des vijands, en desgenen, die [ons] lagen legde op den weg.
Nehemia 9:12En Gij hebt ze des daags geleid met een wolkkolom, en des nachts met een vuurkolom, om hen te lichten op den weg, waarin zij zouden wandelen.
Nehemia 9:19Hebt Gij hen nochtans door Uw grote barmhartigheid niet verlaten in de woestijn; de wolkkolom week niet van hen des daags, om hen op den weg te leiden, noch de vuurkolom des nachts, om hen te lichten, en dat, op den weg, waarin zij zouden wandelen.