‹ Waar liefde is, daar is ook God...Een kerstverhaal uit Nederland (2) ›
Een kerstverhaal uit Nederland (1)
Gepubliceerd op 18-12-2007

Verberg de vluchteling, lever de ontheemde niet uit.

Jesaja 16: 3

****

Hierbij het eerste deel, zoals gisteren beloofd, de namen van enkele personen zijn ter bescherming gefingeerd.

****

Wie uit zijn land heeft moeten vluchten en asiel komt aanvragen in Nederland, moet zich vervoegen bij het Aanmeldcentrum in Ter Apel. Dat ligt – zo weet ik sinds kort – in de meest afgelegen uithoek van het toch al niet om zijn bereikbaarheid bekendstaande Oost-Groningen. Per trein valt er niet te komen. Dit is vér van de rest van Nederland. De kans dat u in het dagelijks leven tegen een asielzoeker aanloopt is derhalve klein. Omdat de pers zijn belangstelling voor de vluchtelingenproblematiek sinds de val van Verdonk heeft verloren – ik heb althans al een tijd geen larmoyante stukjes meer gelezen – is het zinvol eens te kijken wat er gebeurt als een willekeurige Amsterdammer oogcontact maakt met een vluchtelinge in paniek.

Een eerste conclusie zal zijn dat deze vluchtelinge heel veel geluk heeft gehad. Een tweede dat de Amsterdamse politie, waar ik – zolang ze me niet bekeuren voor futiliteiten als fietsen zonder licht – veel respect voor heb, ook mindere momenten heeft. En de derde is dat de zaken zo slecht niet zijn geregeld in Ter Apel. Al ligt het wel iets te ver weg.

****

Mijn vriend Wouter fietste aan het einde van de middag naar huis toen hij werd aangesproken door een kleine donkere vrouw. Zwarte winterjas, koffertje, handtasje. Ze sprak geen woord Nederlands en kon alleen communiceren met een papiertje dat vermeldde dat ze een "Iranian refugee" was en op weg was naar een politiekantoor aan de Hobbemastraat. Wouter besloot even met haar op te lopen en stelde al snel vast dat het opgegeven adres niet bestond. Toen een zoektocht langs de nabijgelegen Hobbemakade niet veel meer resultaat opleverde, belde Wouter zijn vriend Richard, die Perzisch spreekt en voorstelde dat Wouter en de Iraanse naar Theatercafé de Brakke Grond zouden komen, waar ze konden praten in een rustiger omgeving.

Door een gelukkig toeval zat ook Sharona, Richards lerares Perzisch, in het gezellig drukke café. Sharona publiceerde enkele jaren geleden een artikel in een Iraanse krant dat tot gevolg had dat ze, na twee weken een gevangenis in Teheran te zijn verhoord, uit Iran moest vertrekken. Ze kent het vluchtelingenleven dus zoals maar weinig anderen. Sharona had weer een afspraak met mij, en zo zaten we rond een uur of zeven vier man (m/v) sterk te beraadslagen.

De vrouw bleek Mosafer te heten, had zich door mensensmokkelaars naar België laten brengen, maar bleek uiteindelijk in Nederland aangekomen. "Ze moet in haast zijn vertrokken," bedacht ik, "want ze loopt op schoenen die geen weldenkend mens op reis zou meenemen." We boden haar verschillende keren iets van de spijskaart aan, maar we begrepen al gauw dat ze te gespannen was om iets te eten. Een kop thee, dat kon nog net.

Beschikten we in de persoon van Sharona over alle expertise aangaande het vluchtelingenleven en de Iraanse taal, met Richard hadden we een repositorium aan nuttige kennis over de hoofdstedelijke daklozenzorg. Sinds anderhalf jaar heeft hij de zorg voor een kennis zonder vaste verblijfplaats. Al snel stond Richard buiten (waar het minder rumoerig was dan in het café) de nummers uit zijn mobiele telefoon te bellen en aantekeningen op bierviltjes te maken, om af en toe weer binnen te komen met conclusies. De voornaamste was dat er geen enkele politiepost in de buurt van de Hobbemastraat was en dat Mosafer zich moest vervoegen bij de Vreemdelingendienst aan de Huizingalaan. Wat die met haar zou doen, was niet helemaal duidelijk.

Ondertussen drong de volgende vraag zich op: waar brengen we Mosafer onder? Wouter opperde zijn logeerkamer, maar ik wierp tegen dat hij en zijn vriendin daarmee het risico namen nog tot in lengte van dagen een vluchtelinge over de vloer te hebben. Ze zou zich weliswaar ergens moeten aanmelden voor de asielaanvraag, maar waar en hoe dat tegenwoordig was, dat wist ook Sharona niet. Sinds zij zich in Zevenaar aanmeldde, zijn de wet tweemaal en de procedures eindeloos gewijzigd. Het kon misschien lang duren, meenden we, en Richard wist nog te vertellen dat juist het feit dat Mosafer onderdak bij Wouter zou hebben, kon betekenen dat ze buiten elke vorm van geregelde opvang zou blijven.

Een kennis van Richard had de nacht wel eens doorgebracht bij De Veste, de Amsterdamse noodopvang. Het probleem daarmee is echter dat het bemachtigen van een plek een ware tombola is. Je moet om precies half acht bellen, en als de telefoon wordt opgenomen, heb je een bed – maar er bellen tientallen mensen. Met in totaal vier mobieltjes waren we niet kansloos, maar daar stond weer tegenover dat het al koud aan het worden was en menige zwerver zijn weg naar De Veste zou proberen te maken. Opnieuw wist Richard raad: de Amsterdamse politie kent een noodopvang voor vrouwen.

Blij dat ook ik me nuttig kon maken, fietste ik naar het politiekantoor aan de Beursstraat, waar ik even vriendelijk werd te woord gestaan als ik van de Amsterdamse politie gewend ben. Wat een compliment waard is, want welbeschouwd was het een vreemd verzoek waarmee ik daar stond: wij hebben op straat een verwarde Iraanse asielzoekster gevonden en kunnen jullie een slaapadres noemen? Vreemd, zeker, maar dat wil niet zeggen dat het onredelijk was.

Er werd een andere agent bij gehaald, aan wie ik het verhaal nogmaals deed, en die me, bijna grof, vertelde dat die vrouw vast wél geld had gehad om zich door smokkelaars het land uit te laten brengen. (Alsof er een andere manier zou zijn Iran te verlaten.) Ook de surveillanten zouden niet even langs komen in de Brakke Grond om poolshoogte te nemen. En nee, er was geen noodopvang voor vrouwen. Voor Mosafer was er geen plaats in de herberg.

****

Wordt vervolgd...



Tags: Asielzoekers, Feesten, Kerst, Pastoraat, Politiek
Gerelateerde onderwerpen: Kerst, Pastoraat, Politiek

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij