Richteren 19:29

SVAls hij nu in zijn huis kwam, zo nam hij een mes, en greep zijn bijwijf, en deelde haar met haar beenderen in twaalf stukken; en hij zond ze in alle landpalen van Israel.
WLCוַיָּבֹ֣א אֶל־בֵּיתֹ֗ו וַיִּקַּ֤ח אֶת־הַֽמַּאֲכֶ֙לֶת֙ וַיַּחֲזֵ֣ק בְּפִֽילַגְשֹׁ֔ו וַֽיְנַתְּחֶ֙הָ֙ לַעֲצָמֶ֔יהָ לִשְׁנֵ֥ים עָשָׂ֖ר נְתָחִ֑ים וַֽיְשַׁלְּחֶ֔הָ בְּכֹ֖ל גְּב֥וּל יִשְׂרָאֵֽל׃
Trans.wayyāḇō’ ’el-bêṯwō wayyiqqaḥ ’eṯ-hamma’ăḵeleṯ wayyaḥăzēq bəfîlaḡəšwō wayənatəḥehā la‘ăṣāmeyhā lišənêm ‘āśār nəṯāḥîm wayəšalləḥehā bəḵōl gəḇûl yiśərā’ēl:

Algemeen

Zie ook: Bijvrouw, Concubine, Bot, botten, Grens, Grenzen, Twaalf (getal)

Aantekeningen

Als hij nu in zijn huis kwam, zo nam hij een mes, en greep zijn bijwijf, en deelde haar met haar beenderen in twaalf stukken; en hij zond ze in alle landpalen van Israël.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יָּבֹ֣א

kwam

אֶל־

Als hij nu in

בֵּית֗וֹ

zijn huis

וַ

-

יִּקַּ֤ח

zo nam hij

אֶת־

-

הַֽ

-

מַּאֲכֶ֙לֶת֙

een mes

וַ

-

יַּחֲזֵ֣ק

en greep

בְּ

-

פִֽילַגְשׁ֔וֹ

zijn bijwijf

וַֽ

-

יְנַתְּחֶ֙הָ֙

en deelde

לַ

-

עֲצָמֶ֔יהָ

haar met haar beenderen

לִ

-

שְׁנֵ֥ים

in twaalf

עָשָׂ֖ר

-

נְתָחִ֑ים

stukken

וַֽ

-

יְשַׁלְּחֶ֔הָ

en hij zond

בְּ

-

כֹ֖ל

ze in alle

גְּב֥וּל

landpalen

יִשְׂרָאֵֽל

van Israël


Als hij nu in zijn huis kwam, zo nam hij een mes, en greep zijn bijwijf, en deelde haar met haar beenderen in twaalf stukken; en hij zond ze in alle landpalen van Israël.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!