Markus 7:20 | En Hij zeide: Hetgeen uitgaat uit den mens, dat ontreinigt den mens. |
Markus 7:21 | Want van binnen uit het hart der mensen komen voort kwade gedachten, overspelen, hoererijen, doodslagen, |
Markus 7:26 | Deze nu was een Griekse vrouw, van geboorte uit Syro-fenicie; en zij bad Hem, dat Hij den duivel uitwierp uit haar dochter. |
Markus 7:29 | En Hij zeide tot haar: Om dezes woords wil ga heen, de duivel is uit uw dochter uitgevaren. |
Markus 7:31 | En Hij wederom weggegaan zijnde van de landpalen van Tyrus en Sidon, kwam aan de zee van Galilea, door het midden der landpalen van Dekapolis. |
Markus 9:7 | En er kwam een wolk, die hen overschaduwde, en een stem kwam uit de wolk, zeggende: Deze is Mijn geliefde Zoon, hoort Hem! |
Markus 9:9 | En als zij van den berg afkwamen, gebood Hij hun, dat zij niemand verhalen zouden, hetgeen zij gezien hadden, dan wanneer de Zoon des mensen uit de doden zou opgestaan zijn. |
Markus 9:10 | En zij behielden dit woord bij zichzelven, vragende onder elkander, wat het was, uit de doden opstaan. |
Markus 9:17 | En een uit de schare, antwoordende, zeide: Meester, ik heb mijn zoon tot U gebracht, die een stommen geest heeft. |
Markus 9:25 | En Jezus ziende, dat de schare gezamenlijk toeliep, bestrafte den onreinen geest, zeggende tot hem: Gij stomme en dove geest! Ik beveel u, ga uit van hem, en kom niet meer in hem. |
Markus 10:20 | Doch hij, antwoordende, zeide tot Hem: Meester! al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid af. |
Markus 10:37 | En zij zeiden tot Hem: Geef ons, dat wij mogen zitten, de een aan Uw rechter-, en de ander aan Uw linker[hand] in Uw heerlijkheid. |
Markus 10:40 | Maar het zitten tot Mijn rechter- en tot Mijn linker[hand] staat bij Mij niet te geven; maar [het zal gegeven worden] dien het bereid is. |
Markus 11:8 | En velen spreidden hun klederen op den weg, en anderen hieuwen meien van de bomen, en spreidden ze op den weg. |
Markus 11:14 | En Jezus, antwoordende, zeide tot denzelven: Niemand ete [enige] vrucht meer van u in der eeuwigheid! En Zijn discipelen hoorden het. |
Markus 11:20 | En des morgens vroeg voorbijgaande, zagen zij, dat de vijgeboom verdord was, van de wortelen af. |
Markus 11:30 | De doop van Johannes, was die uit den hemel, of uit de mensen? Antwoordt Mij. |
Markus 11:31 | En zij overlegden onder zich, zeggende: Indien wij zeggen: Uit den hemel, zo zal Hij zeggen: Waarom hebt gij hem dan niet geloofd? |
Markus 11:32 | Maar indien wij zeggen: Uit de mensen; zo vrezen wij het volk; want zij hielden allen van Johannes, dat hij waarlijk een profeet was. |
Markus 12:25 | Want als zij uit de doden zullen opgestaan zijn, zo trouwen zij niet, noch worden ten huwelijk gegeven; maar zij zijn gelijk engelen, die in de hemelen [zijn]. |