G4012 περί
over, betreffende, vanwege, omdat, rondom

Bijbelteksten

Hebreeen 11:20Door het geloof heeft Izak [zijn zonen] Jakob en Ezau gezegend aangaande toekomende dingen.
Hebreeen 11:22Door het geloof heeft Jozef, stervende, gemeld van den uitgang der kinderen Israels, en heeft bevel gegeven van zijn gebeente.
Hebreeen 11:32En wat zal ik nog [meer] zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken, zou ik verhalen van Gideon, en Barak, en Samson, en Jeftha, en David, en Samuel, en de profeten;
Hebreeen 11:40Alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden.
Hebreeen 13:11Want welker dieren bloed voor de zonde gedragen werd in het heiligdom door den hogepriester, derzelver lichamen werden verbrand buiten de legerplaats.
Hebreeen 13:18Bidt voor ons; want wij vertrouwen, dat wij een goed geweten hebben, als die in alles willen eerlijk wandelen.
1 Petrus 1:10Van welke zaligheid ondervraagd en onderzocht hebben de profeten, die geprofeteerd hebben van de genade, aan u [geschied];
1 Petrus 3:15Maar heiligt God, den Heere, in uw harten; en zijt altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk, die u rekenschap afeist van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid en vreze.
1 Petrus 3:18Want Christus heeft ook eens voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; Die wel is gedood in het vlees, maar levend gemaakt door den Geest;
1 Petrus 5:7Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.
2 Petrus 1:12Daarom zal ik niet verzuimen u altijd daarvan te vermanen, hoewel gij het weet, en in de tegenwoordige waarheid versterkt zijt.
2 Petrus 3:16Gelijk ook in alle zendbrieven, daarin van deze dingen sprekende; in welke sommige dingen zwaar zijn om te verstaan, die de ongeleerde en onvaste [mensen] verdraaien, gelijk ook de andere Schriften, tot hun eigen verderf.
1 Johannes 1:1Hetgeen van den beginne was, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben, en onze handen getast hebben, van het Woord des levens;
1 Johannes 2:2En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor [de zonden] der gehele wereld.
1 Johannes 2:26Dit heb ik u geschreven van degenen, die u verleiden.
1 Johannes 2:27En de zalving, die gijlieden van Hem ontvangen hebt, blijft in u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar gelijk dezelfde zalving u leert van alle dingen, [zo] is zij ook waarachtig, en is geen leugen; en gelijk zij u geleerd heeft, [zo] zult gij in Hem blijven.
1 Johannes 4:10Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft [tot] een verzoening voor onze zonden.
1 Johannes 5:9Indien wij de getuigenis der mensen aannemen, de getuigenis van God is meerder; want dit is de getuigenis van God, welke Hij van Zijn Zoon getuigd heeft.
1 Johannes 5:10Die in den Zoon van God gelooft, heeft de getuigenis in zichzelven; die God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt, dewijl hij niet geloofd heeft de getuigenis, die God getuigd heeft van Zijn Zoon.
1 Johannes 5:16Indien iemand zijn broeder ziet zondigen een zonde niet tot den dood, die zal [God] bidden en Hij zal hem het leven geven, dengenen, [zeg ik], die zondigen niet tot den dood. Er is een zonde tot den dood; voor dezelve [zonde] zeg ik niet, dat hij zal bidden.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen