G4012 περί
over, betreffende, vanwege, omdat, rondom
Lukas 17:2 | Het zoude hem nuttiger zijn, dat een molensteen om zijn hals gedaan ware, en hij in de zee geworpen, dan dat hij een van deze kleinen zou ergeren. |
Lukas 19:37 | En als Hij nu genaakte aan den afgang des Olijfbergs, begon al de menigte der discipelen zich te verblijden, en God te loven met grote stemme, vanwege al de krachtige daden, die zij gezien hadden; |
Lukas 21:5 | En als sommigen zeiden van den tempel, dat hij met schonen stenen en begiftigingen versierd was, zeide Hij: |
Lukas 22:32 | Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude; en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw broeders. |
Lukas 22:37 | Want Ik zeg u, dat nog dit, hetwelk geschreven is, in Mij moet volbracht worden, namelijk: En Hij is met de misdadigen gerekend. Want ook die dingen, die van Mij [geschreven zijn], hebben een einde. |
Lukas 22:49 | En die bij Hem waren, ziende, wat er geschieden zou, zeiden tot Hem: Heere, zullen wij met het zwaard slaan? |
Lukas 23:8 | En als Herodes Jezus zag, werd hij zeer verblijd; want hij was van over lang begerig geweest Hem te zien, omdat hij veel van Hem hoorde; en hoopte enig teken te zien, dat van Hem gedaan zou worden. |
Lukas 24:4 | En het geschiedde, als zij daarover twijfelmoedig waren, zie, twee mannen stonden bij haar in blinkende klederen. |
Lukas 24:14 | En zij spraken samen onder elkander van al deze dingen, die er gebeurd waren. |
Lukas 24:19 | En Hij zeide tot hen: Welke? En zij zeiden tot Hem: De dingen aangaande Jezus den Nazarener, Welke een Profeet was, krachtig in werken en woorden, voor God en al het volk. |
Lukas 24:27 | En begonnen hebbende van Mozes en van al de profeten, legde Hij hun uit, in al de Schriften, hetgeen van Hem [geschreven] was. |
Lukas 24:44 | En Hij zeide tot hen: Dit zijn de woorden, die Ik tot u sprak, als Ik nog met u was, [namelijk] dat het alles moest vervuld worden, wat van Mij geschreven is in de Wet van Mozes, en de Profeten, en Psalmen. |
Johannes 1:7 | Deze kwam tot een getuigenis, om van het Licht te getuigen, opdat zij allen door hem geloven zouden. |
Johannes 1:8 | Hij was het Licht niet, maar [was gezonden], opdat hij van het Licht getuigen zou. |
Johannes 1:15 | Johannes getuigt van Hem, en heeft geroepen, zeggende: Deze was het, van Welken ik zeide: Die na mij komt, is voor mij geworden, want Hij was eer dan ik. |
Johannes 1:22 | Zij zeiden dan tot hem: Wie zijt gij? opdat wij antwoord geven mogen dengenen, die ons gezonden hebben; wat zegt gij van uzelven? |
Johannes 1:30 | Deze is het, van Welken ik gezegd heb: Na mij komt een Man, Die voor mij geworden is, want Hij was eer dan ik. |
Johannes 1:47 | En Nathanael zeide tot hem: Kan uit Nazareth iets goeds zijn? Filippus zeide tot hem: Kom en zie. |
Johannes 2:21 | Maar Hij zeide [dit] van den tempel Zijns lichaams. |
Johannes 2:25 | En omdat Hij niet van node had, dat iemand getuigen zou van den mens; want Hij Zelf wist, wat in den mens was. |