G5037 τέ
niet alleen ... maar ook, zowel ... als, deels ... deels

Bijbelteksten

Handelingen 2:10En Frygie, en Pamfylie, Egypte, en de delen van Libye, hetwelk bij Cyrene [ligt], en uitlandse Romeinen, beiden Joden en Jodengenoten;
Handelingen 2:33Hij dan, door de rechter[hand] Gods verhoogd zijnde, en de belofte des Heiligen Geestes, ontvangen hebbende van den Vader, heeft dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort.
Handelingen 2:37En als zij [dit] hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders?
Handelingen 2:40En met veel meer andere woorden betuigde hij, en vermaande [hen], zeggende: Wordt behouden van dit verkeerd geslacht!
Handelingen 2:43En een vreze kwam over alle ziel; en vele wonderen en tekenen geschiedden door de apostelen.
Handelingen 2:46En dagelijks eendrachtelijk in den tempel volhardende, en van huis tot huis brood brekende, aten zij te zamen met verheuging en eenvoudigheid des harten;
Handelingen 3:10En zij kenden hem, dat hij die was, die om een aalmoes gezeten had aan de Schone poort des tempels; en zij werden vervuld met verbaasdheid en ontzetting over hetgeen hem geschied was.
Handelingen 4:13Zij nu, ziende de vrijmoedigheid van Petrus en Johannes, en vernemende, dat zij ongeleerde en slechte mensen waren, verwonderden zich, en kenden hen, dat zij met Jezus geweest waren.
Handelingen 4:27Want in der waarheid zijn vergaderd tegen Uw heilig Kind Jezus, Welken Gij gezalfd hebt, beiden Herodes en Pontius Pilatus, met de heidenen en de volken Israels;
Handelingen 4:33En de apostelen gaven met grote kracht getuigenis van de opstanding van den Heere Jezus; en er was grote genade over hen allen.
Handelingen 5:14En er werden meer en meer toegedaan, die den Heere geloofden, menigten beide van mannen en van vrouwen;
Handelingen 5:19Maar de engel des Heeren opende des nachts de deuren der gevangenis en leidde hen uit, en zeide:
Handelingen 5:24Toen nu de [hoge]priester en de hoofdman des tempels, en de overpriesters deze woorden hoorden, werden zij twijfelmoedig over hen, wat toch dit worden zou.
Handelingen 5:35En hij zeide tot hen: Gij Israelietische mannen, ziet voor u, wat gij doen zult aangaande deze mensen.
Handelingen 5:42En zij hielden niet op, allen dag, in den tempel en bij de huizen, te leren, en Jezus Christus te verkondigen.
Handelingen 6:7En het woord Gods wies, en het getal der discipelen vermenigvuldigde te Jeruzalem zeer; en een grote schare der priesteren werd den gelove gehoorzaam.
Handelingen 6:12En zij beroerden het volk, en de ouderlingen en de schriftgeleerden; en [hem] aanvallende grepen zij hem, en leidden [hem] voor den raad;
Handelingen 6:13En stelden valse getuigen, die zeiden: Deze mens houdt niet op lasterlijke woorden te spreken tegen deze heilige plaats en de wet.
Handelingen 7:26En den volgenden dag werd hij van hen gezien, daar zij vochten; en hij drong ze tot vrede, zeggende: Mannen, gij zijt broeders; waarom doet gij elkander ongelijk?
Handelingen 8:3En Saulus verwoestte de Gemeente, gaande in de huizen; en trekkende mannen en vrouwen, leverde hen over in de gevangenis.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen