G5485 χάρις
genade, liefdadigheid

Bijbelteksten

2 Corinthiers 4:15Want al deze dingen zijn om uwentwil, opdat de vermenigvuldigde genade, door de dankzegging van velen, overvloedig worde ter heerlijkheid Gods.
2 Corinthiers 6:1En wij, [als] medearbeidende, bidden [u] ook, dat gij de genade Gods niet tevergeefs moogt ontvangen hebben.
2 Corinthiers 8:1Voorts maken wij u bekend, broeders, de genade van God, die in de Gemeenten van Macedonie gegeven is.
2 Corinthiers 8:4Ons met vele vermaning biddende, dat wij wilden aannemen de gave en de gemeenschap dezer bediening, die voor de heiligen [geschiedt].
2 Corinthiers 8:6Alzo dat wij Titus vermaanden, dat, gelijk hij te voren begonnen had, hij ook alzo nog deze gave bij u voleinden zou.
2 Corinthiers 8:7Zo dan, gelijk gij in alles overvloedig zijt, in geloof, en in woord, en in kennis, en in alle naarstigheid, en in uw liefde tot ons, [ziet], dat gij ook in deze gave overvloedig zijt.
2 Corinthiers 8:9Want gij weet de genade van onzen Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden.
2 Corinthiers 8:16Doch Gode zij dank, Die dezelfde naarstigheid voor u in het hart van Titus gegeven heeft;
2 Corinthiers 8:19En dat niet alleen, maar hij is ook van de Gemeenten verkoren, om met ons te reizen met deze gave, die van ons bediend wordt tot de heerlijkheid des Heeren Zelven, en de volvaardigheid uws gemoeds;
2 Corinthiers 9:8En God is machtig alle genade te doen overvloedig zijn in u; opdat gij in alles te allen tijd, alle genoegzaamheid hebbende, tot alle goed werk overvloedig moogt zijn.
2 Corinthiers 9:14En door hun gebed voor u, welke naar u verlangen, om de uitnemende genade Gods over u.
2 Corinthiers 9:15Doch Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave.
2 Corinthiers 12:9En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.
Galaten 1:3Genade zij u en vrede van God den Vader, en onzen Heere Jezus Christus;
Galaten 1:6Ik verwonder mij, dat gij zo haast [wijkende] van dengene, die u in de genade van Christus geroepen heeft, overgebracht wordt tot een ander Evangelie;
Galaten 1:15Maar wanneer het Gode behaagd heeft, Die mij van mijner moeders lijf aan afgezonderd heeft, en geroepen door Zijn genade,
Galaten 2:9En als Jakobus, en Cefas, en Johannes, die geacht waren pilaren te zijn, de genade, die mij gegeven was, bekenden, gaven zij mij en Barnabas de rechter [hand] der gemeenschap, opdat wij tot de heidenen, en zij tot de besnijdenis [zouden gaan];
Galaten 2:21Ik doe de genade Gods niet te niet; want indien de rechtvaardigheid door de wet is, zo is dan Christus tevergeefs gestorven.
Galaten 5:4Christus is u ijdel geworden, die door de wet gerechtvaardigd [wilt] worden; gij zijt van de genade vervallen.
Galaten 6:18De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken