H784 אֵשׁ
brand, vuur(kolom enz), vurig, brandwond, (hout- enz)vuur, vuur, vuurvlam, vuurkolom

Bijbelteksten

Spreuken 26:20Als er geen hout is, gaat het vuur uit; en als er geen oorblazer is, wordt het gekijf gestild.
Spreuken 26:21De dove kool is om de vurige kool, en het hout om het vuur; alzo is een kijfachtig man, om twist te ontsteken.
Spreuken 30:16Het graf, de gesloten baarmoeder, de aarde, [die] van water niet verzadigd wordt, en het vuur zegt niet: Het is genoeg!
Hooglied 8:6Zet mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm; want de liefde is sterk als de dood; de ijver is hard als het graf; haar kolen zijn vurige kolen, vlammen des HEEREN.
Jesaja 1:7Uw aardrijk is een verwoesting, uw steden zijn met het vuur verbrand; uw land verteren de vreemden in uw tegenwoordigheid, en een verwoesting is er, als een omkering door de vreemden.
Jesaja 4:5En de HEERE zal over alle woning van den berg Sions, en over haar vergaderingen, scheppen een wolk des daags, en een rook, en den glans eens vlammenden vuurs des nachts; want over alles wat heerlijk is, zal een beschutting wezen.
Jesaja 5:24Daarom, gelijk de tong des vuurs den stoppel verteert, en het kaf door de vlam verdaan wordt, [alzo] zal hun wortel als een uittering wezen; en hun bloem zal als stof opvaren; omdat zij verwerpen de wet des HEEREN der heirscharen, en de rede des Heiligen van Israel versmaden.
Jesaja 9:4Toen de ganse strijd dergenen, die streden, met gedruis geschiedde, en de klederen in het bloed gewenteld en verbrand werden, [tot] een voedsel des vuurs.
Jesaja 9:17Want de goddeloosheid brandt als vuur, doornen en distelen zal zij verteren, en zal aansteken de verwarde struiken des wouds, die zich verheven hebben [als] de verheffing des rooks.
Jesaja 9:18Vanwege de verbolgenheid des HEEREN der heirscharen, zal het land verduisterd worden; en het volk zal zijn als een voedsel des vuurs: de een zal den ander niet verschonen.
Jesaja 10:16Daarom zal de Heere HEERE der heirscharen onder zijn vetten een magerheid zenden; en onder zijn heerlijkheid zal Hij een brand doen branden, als den brand des vuurs.
Jesaja 10:17Want het Licht van Israel zal tot een vuur zijn, en zijn Heilige tot een vlam, welke in brand steken en verteren zal zijn doornen en zijn distelen, op een dag.
Jesaja 26:11HEERE! is Uw hand verhoogd, zij zien het niet; [maar] zij zullen het zien, en beschaamd worden, [vanwege] den ijver [over Uw] volk, ook zal het vuur Uw wederpartijders verteren.
Jesaja 29:6Gij zult van den HEERE der heirscharen bezocht worden met donder, en met aardbeving, en groot geluid, [met] wervelwind, en onweder, en de vlam eens verterenden vuurs.
Jesaja 30:14Ja, Hij zal ze verbreken, gelijk een pottenbakkerskruik verbroken wordt; in het brijzelen zal Hij niet verschonen; alzo dat van haar verbrijzeling niet een scherf zal gevonden worden, om vuur uit den haard te nemen, of om water te scheppen uit een gracht.
Jesaja 30:27Ziet, de Naam des HEEREN komt van verre, Zijn toorn brandt, en de last is zwaar; Zijn lippen zijn vol gramschap, en Zijn tong, als een verterend vuur;
Jesaja 30:30En de HEERE zal Zijn heerlijke stem doen horen, en de nederlating Zijns arms doen zien, met grimmigheid van toorn, en een vlam van verterend vuur, stralen, en een vloed, en hagelstenen.
Jesaja 30:33Want Tofeth is van gisteren bereid; [ja,] hij is ook voor den koning bereid; Hij heeft hem diep [en] wijd gemaakt, het vuur en hout van zijn brandstapel is veel; de adem des HEEREN zal hem aansteken als een zwavelstroom.
Jesaja 33:11Gijlieden gaat met stro zwanger, gij zult stoppelen baren; uw geest zal u [als] vuur verslinden.
Jesaja 33:12En de volken zullen zijn [als] de verbrandingen des kalks; [als] afgehouwen doornen zullen zij met het vuur verbrand worden.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen