H3205 יָלַד
baren, geboren worden, gewinnen, voortbrengen, vroedvrouw
1 Kronieken 6:8 | En Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Ahimaaz; |
1 Kronieken 6:9 | En Ahimaaz gewon Azarja, en Azarja gewon Johanan; |
1 Kronieken 6:10 | En Johanan gewon Azarja. Hij is het, die het priesterambt bediende in het huis, dat Salomo te Jeruzalem gebouwd had. |
1 Kronieken 6:11 | En Azarja gewon Amarja, en Amarja gewon Ahitub; |
1 Kronieken 6:12 | En Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Sallum; |
1 Kronieken 6:13 | En Sallum gewon Hilkia, en Hilkia gewon Azarja; |
1 Kronieken 6:14 | En Azarja gewon Seraja, en Seraja gewon Jozadak; |
1 Kronieken 7:14 | De kinderen van Manasse waren Asriel, welken [de vrouw van Gilead] baarde; [doch] zijn bijwijf, de Syrische, baarde Machir, den vader van Gilead. |
1 Kronieken 7:16 | En Maacha, de huisvrouw van Machir, baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Peres, en de naams zijns broeders was Seres, en zijn zonen waren Ulam en Rekem. |
1 Kronieken 7:18 | Belangende nu zijn zuster Molecheth, zij baarde Ishod, en Abiezer, en Mahela. |
1 Kronieken 7:21 | En zijn zoon was Zabad; en zijn zoon Suthelah, en Ezer, en Elad. En de mannen van Gath, die in het land geboren waren, doodden hen, omdat zij afgekomen waren om hun vee te nemen. |
1 Kronieken 7:23 | Daarna ging hij in tot zijn huisvrouw, en zij werd zwanger, en baarde een zoon; en hij noemde zijn naam Beria, omdat zij in ellende was in zijn huis. |
1 Kronieken 7:32 | En Heber gewon Jaflet, en Somer, en Hotham, en Sua, hunlieder zuster. |
1 Kronieken 8:1 | Benjamin nu gewon Bela, zijn eerstgeborene, Asbel, den tweede, en Ahrah, den derde, |
1 Kronieken 8:7 | En Naaman, en Ahia, en Gera; dezen voerde hij weg; en hij gewon Uzza en Ahihud. |
1 Kronieken 8:8 | En Saharaim gewon kinderen in het land van Moab (nadat hij dezelve weggezonden had) uit Husim en Baara, zijn vrouwen; |
1 Kronieken 8:9 | En uit Hodes, zijn huisvrouw, gewon hij Joab, en Zibja, en Mesa, en Malcham, |
1 Kronieken 8:11 | En uit Husim gewon hij Abitub en Elpaal. |
1 Kronieken 8:32 | En Mikloth gewon Simea; en dezen woonden ook tegenover hun broederen te Jeruzalem, met hun broederen. |
1 Kronieken 8:33 | Ner nu gewon Kis, en Kis gewon Saul, en Saul gewon Jonathan, en Malchi-sua, Abinadab, en Esbaal. |