H3205 יָלַד
baren, geboren worden, gewinnen, voortbrengen, vroedvrouw
1 Kronieken 8:34 | En Jonathans zoon was Merib-baal, en Merib-baal gewon Micha. |
1 Kronieken 8:36 | En Achaz gewon Jehoadda, en Jehoadda gewon Alemeth, en Azmaveth, en Zimri; Zimri nu gewon Moza; |
1 Kronieken 8:37 | En Moza gewon Bina; zijn zoon was Rafa; zijn zoon was Elasa; zijn zoon was Azel. |
1 Kronieken 9:38 | Mikloth nu gewon Simeam; dezen woonden ook te Jeruzalem, tegenover hun broederen, met hun broederen. |
1 Kronieken 9:39 | En Ner gewon Kis, en Kis gewon Saul, en Saul gewon Jonathan, en Malchi-sua, en Abinadab, en Esbaal. |
1 Kronieken 9:40 | En Jonathans zoon van Merib-baal, en Merib-baal gewon Micha. |
1 Kronieken 9:42 | En Achaz gewon Jaera, en Jaera gewon Alemeth, en Azmaveth, en Zimri; en Zimri gewon Moza; |
1 Kronieken 9:43 | En Moza gewon Bina; wiens zoon was Refaja; wiens zoon was Elasa; wiens zoon was Azel. |
1 Kronieken 14:3 | En David nam meer vrouwen te Jeruzalem, en David gewon meer zonen en dochteren. |
1 Kronieken 14:4 | Dit nu zijn de namen der kinderen, die hij te Jeruzalem had: Sammua, en Sobab, Nathan en Salomo, |
1 Kronieken 20:6 | Daarna was er nog een krijg te Gath; en daar was een zeer lang man, en zijn vingeren waren zes en zes, vier en twintig, en hij was ook van Rafa geboren; |
1 Kronieken 20:8 | Dezen waren van Rafa geboren te Gath; en zij vielen door de hand van David, en door de hand zijner knechten. |
1 Kronieken 22:9 | Zie, de zoon, die u geboren zal worden, die zal een man der rust zijn, want Ik zal hem rust geven van al zijn vijanden rondom henen; want zijn naam zal Salomo zijn, en Ik zal vrede en stilte over Israel geven in zijn dagen. |
1 Kronieken 26:6 | Ook werden zijn zoon Semaja kinderen geboren, heersende over het huis huns vaders; want zij waren kloeke helden. |
2 Kronieken 11:19 | Dewelke hem zonen baarde, Jeus, en Semaria, en Zaham. |
2 Kronieken 11:20 | En na haar nam hij Maacha, de dochter van Absalom; deze baarde hem Abia, en Attai, en Ziza, en Selomith. |
2 Kronieken 11:21 | En Rehabeam had Maacha, Absaloms dochter, liever dan al zijn vrouwen en zijn bijwijven; want hij had achttien vrouwen genomen, en zestig bijwijven; en hij gewon acht en twintig zonen en zestig dochteren. |
2 Kronieken 13:21 | Zo versterkte zich Abia; en hij nam zich veertien vrouwen, en gewon twee en twintig zonen en zestien dochteren. |
2 Kronieken 24:3 | En Jojada nam voor hem twee vrouwen; en hij gewon zonen en dochteren. |
Ezra 10:3 | Laat ons dan nu een verbond maken met onzen God, dat wij al [die] vrouwen, en wat van haar geboren is, zullen doen uitgaan, naar den raad des HEEREN, en dergenen, die beven voor het gebod onzes Gods; en laat er gedaan worden naar de wet. |