H7563 רָשָׁע
goddeloze, boze man, de raaskaller

Bijbelteksten

Psalm 101:8Allen morgen zal ik alle goddelozen des lands verdelgen, om uit de stad des HEEREN alle werkers der ongerechtigheid uit te roeien.
Psalm 104:35De zondaars zullen van de aarde verdaan worden, en de goddelozen zullen niet meer zijn. Loof den HEERE, mijn ziel! Hallelujah!
Psalm 106:18En een vuur brandde onder hun vergadering, een vlam stak de goddelozen aan brand.
Psalm 109:2Want de mond des goddelozen en de mond des bedrogs zijn tegen mij opengedaan; zij hebben met mij gesproken met een valse tong.
Psalm 109:6Stel een goddeloze over hem, en de satan sta aan zijn rechterhand.
Psalm 109:7Als hij gericht wordt, zo ga hij schuldig uit, en zijn gebed zij tot zonde.
Psalm 112:10[Resch.] De goddeloze zal het zien, en hij zal zich vertoornen; [Schin.] hij zal met zijn tanden knersen en smelten. [Thau.] de wens der goddelozen zal vergaan.
Psalm 119:53Grote beroering heeft mij bevangen vanwege de goddelozen, die Uw wet verlaten.
Psalm 119:61De goddeloze hopen hebben mij beroofd; [nochtans] heb ik Uw wet niet vergeten.
Psalm 119:95De goddelozen hebben op mij gewacht, om mij te doen vergaan; ik neem acht op Uw getuigenissen.
Psalm 119:110De goddelozen hebben mij een strik gelegd; nochtans ben ik niet afgedwaald van Uw bevelen.
Psalm 119:119Gij doet alle goddelozen der aarde weg [als] schuim, daarom heb ik Uw getuigenissen lief.
Psalm 119:155Het heil is verre van de goddelozen, want zij zoeken Uw inzettingen niet.
Psalm 129:4De HEERE, Die rechtvaardig is, heeft de touwen der goddelozen afgehouwen.
Psalm 139:19O God! dat Gij den goddeloze ombracht! en gij, mannen des bloeds, wijkt van mij!
Psalm 140:5Bewaar mij, HEERE! van de handen des goddelozen; behoed mij van den man alles gewelds; [van hen,] die mijn voeten denken weg te stoten.
Psalm 140:9Geef, HEERE! de begeerten des goddelozen niet; bevorder zijn kwaad voornemen niet; zij zouden zich verheffen. Sela.
Psalm 141:10Dat de goddelozen elk in zijn garen vallen, te zamen, totdat ik zal zijn voorbijgegaan.
Psalm 145:20[Schin.] De HEERE bewaart al degenen, die Hem liefhebben; maar Hij verdelgt alle goddelozen.
Psalm 146:9De HEERE bewaart de vreemdelingen; Hij houdt den wees en de weduwe staande; maar der goddelozen weg keert Hij om.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin