H8337 שֵׁשׁ
sixth, sixteenth +, six, , sixteen +

Bijbelteksten

Exodus 26:9En gij zult vijf dezer gordijnen aan elkander bijzonder voegen, en zes dezer gordijnen bijzonder; en de zesde dezer gordijnen zult gij dubbel maken, recht voorop de tent.
Exodus 26:22Doch aan de zijde des tabernakels tegen het westen zult gij zes berderen maken.
Exodus 26:25Alzo zullen de acht berderen zijn met hun zilveren voeten, zijnde zestien voeten; twee voeten onder een berd, wederom twee voeten onder een berd.
Exodus 28:10Zes van hun namen op een steen, en de zes overige namen op den anderen steen, naar hun geboorten;
Exodus 31:15Zes dagen zal men het werk doen; doch op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heiligheid des HEEREN! Wie op den sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden.
Exodus 31:17Hij zal tussen Mij en tussen de kinderen Israëls een teken in eeuwigheid zijn; dewijl de HEERE, in zes dagen, den hemel en de aarde gemaakt, en op den zevenden dag gerust en Zich verkwikt heeft.
Exodus 34:21Zes dagen zult gij arbeiden, maar op den zevenden dag zult gij rusten; in den ploegtijd en in den oogst zult gij rusten.
Exodus 35:2Zes dagen zal men het werk doen; maar op den zevenden dag zal ulieden heiligheid zijn, een sabbat der rust den HEERE; al wie daarop werk doet, zal gedood worden.
Exodus 36:16En hij voegde vijf gordijnen samen bijzonder; wederom zes dezer gordijnen bijzonder.
Exodus 36:27Doch aan de zijde des tabernakels tegen het westen, maakte hij zes berderen.
Exodus 36:30Alzo waren er acht berderen met hun zilveren voeten, zijnde zestien voeten: twee voeten onder elk berd.
Exodus 37:18Zes rieten nu gingen uit zijn zijden; drie rieten des kandelaars uit zijn ene zijde, en drie rieten des kandelaars uit zijn andere zijde.
Exodus 37:19In het ene riet waren drie schaaltjes, [gelijk] amandelnoten, een knoop en een bloem; en drie schaaltjes, [gelijk] amandelnoten in een ander riet, een knoop en een bloem; alzo waren die zes rieten, die uit den kandelaar gingen.
Exodus 37:21En daar was een knoop onder twee rieten, uit denzelven [uitgaande;] ook een knoop onder twee rieten, uit denzelven [uitgaande;] nog een knoop onder twee rieten, uit denzelven [uitgaande; alzo was het] met de zes rieten, die uit denzelven uitgingen.
Exodus 38:26Een beka voor elk hoofd, [datis] een halve sikkel, naar den sikkel des heiligdoms, van een ieder, die overging tot de getelden, van twintig jaren oud en daarboven, [namelijk] zeshonderd drie duizend, vijfhonderd en vijftig.
Leviticus 12:5Maar indien zij een meisje gebaard zal hebben, zo zal zij twee weken onrein zijn, volgens haar afzondering; daarna zal zij zes en zestig dagen blijven in het bloed harer reiniging.
Leviticus 23:3Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen.
Leviticus 24:6En gij zult ze in twee rijen leggen, zes in een rij, op de reine tafel, voor het aangezicht des HEEREN.
Leviticus 25:3Zes jaren zult gij uw akker bezaaien, en zes jaren uw wijngaard besnijden, en de inkomst daarvan inzamelen.
Numeri 1:21Hun getelden van den stam van Ruben waren zes en veertig duizend en vijfhonderd.

Mede mogelijk dankzij