H1966_ הֵילֵל
morgenster
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Lucifer, Morgenster, Venus,

Statistieken

Komt 1x voor in 1 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

hêlēl, zn. mnl., van הָלַל H1984; TWOT 499a; הֵילֵל m.n. star (occurring only in the phrase הֵילֵל בֶּן־שַׁחַר, Is. 14:12, prob. meaning ‘the morning star’). [Prob. from הלל ᴵᴵ H1984. cp. Arab. hilāl (= new moon).] (E. Klein, p. 149)


1) hapax schijnende; 1a) הֵילֵל בֶּן־שַׁחַר hêlēl ben-šāḥar, "Helel zoon van Shachar" die uit de hemel is gevallen (Jes. 14:12), een eretitel voor de koning van Babylon (cf. 14:4) en is waarschijnlijk afgeleid van een benaming voor de morgenster (Venus) of de halve maan. (Zie HALOT 245 s.v. הֵילֵל). Zeer waarschijnlijk is dit woord afgeleid van de stam הלל H01984 hallal (“schijnen”, cf. Job 29:3; 31:26) en afkomstig uit het Akkadisch hll (“schijnen”) waar het dan slaat op de afgod Ishtar welke gepersonifieerd is in (de planeet) Venus. De betekenis van “schijnen” zien we ook terug in de Vulgaat waar dit woord is weergegeven als “Lucifer” (=”de schijnende”) en van daaruit zien we deze terug in enkele vertalingen.



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

הֵילֵל n.m. appell. shining one, epith. of king of Babylon, Is 14:12

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H1966 הֵילֵל hêylêl; from 1984 (in the sense of brightness); the morning-star — lucifer.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws הָלַל H1984 "loven, beroemen zich -, roemen (zich), halleluja, prijzen, schijnen";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel