Ziel

Bijbelteksten

Esther 4:13Zo zeide Mordechai, dat men Esther wederom zeggen zou: Beeld u niet in, in uw ziel, dat gij zult ontkomen in het huis des konings, meer dan al de [andere] Joden.
Job 6:7Mijn ziel weigert [uw woorden] aan te roeren; die zijn als mijn laffe spijze.
Job 7:11Zo zal ik ook mijn mond niet wederhouden, ik zal spreken in benauwdheid mijns geestes; ik zal klagen in bitterheid mijner ziel.
Job 7:15Zodat mijn ziel de verworging kiest; den dood meer dan mijn beenderen.
Job 9:21Ben ik oprecht, zo acht ik [toch] mijn ziel niet; ik versmaad mijn leven.
Job 10:1Mijn ziel is verdrietig over mijn leven; ik zal mijn klacht op mij laten; ik zal spreken in bitterheid mijner ziel.
Job 11:20Maar de ogen der goddelozen zullen bezwijken, en de toevlucht zal van hen vergaan, en hun verwachting zal zijn de uitblazing der ziel.
Job 12:10In Wiens hand de ziel is van al wat leeft, en de geest van alle vlees des mensen.
Job 13:14Waarom zou ik mijn vlees in mijn tanden nemen, en mijn ziel in mijn hand stellen?
Job 14:22Maar zijn vlees, [nog] aan hem zijnde, heeft smart; en zijn ziel, in hem zijnde, heeft rouw.
Job 16:4Zou ik ook, als gijlieden, spreken, indien uw ziel ware in mijner ziele plaats? Zou ik woorden tegen u samenhopen, en zou ik over u met mijn hoofd schudden?
Job 18:4O gij, die zijn ziel verscheurt door zijn toorn! Zal om uwentwil de aarde verlaten worden, en zal een rots versteld worden uit haar plaats?
Job 19:2Hoe lang zult gijlieden mijn ziel bedroeven, en mij met woorden verbrijzelen?
Job 21:25De ander daarentegen sterft met een bittere ziel, en hij heeft van het goede niet gegeten.
Job 23:13Maar is Hij tegen iemand, wie zal dan Hem afkeren? Wat Zijn ziel begeert, dat zal Hij doen.
Job 24:12Uit de stad zuchten de lieden, en de ziel der verwonden schreeuwt uit; nochtans beschikt God niets ongerijmds.
Job 27:2[Zo waarachtig als] God leeft, Die mijn recht weggenomen heeft, en de Almachtige, Die mijner ziel bitterheid heeft aangedaan!
Job 27:8Want wat is de verwachting des huichelaars, als hij zal gierig geweest zijn, wanneer God zijn ziel zal uittrekken?
Job 30:16Daarom stort zich nu mijn ziel in mij uit; de dagen des druks grijpen mij aan.
Job 30:25Weende ik niet over hem, die harde dagen had? Was mijn ziel niet beangst over den nooddruftige?

StudieboekenStudieboeken