H3205 יָלַד
baren, geboren worden, gewinnen, voortbrengen, vroedvrouw
Genesis 11:11 | En Sem leefde, nadat hij Arfachsad gewonnen had, vijfhonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 11:12 | En Arfachsad leefde vijf en dertig jaren, en hij gewon Selah. |
Genesis 11:13 | En Arfachsad leefde, nadat hij Selah gewonnen had, vierhonderd en drie jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 11:14 | En Selah leefde dertig jaren, en hij gewon Heber. |
Genesis 11:15 | En Selah leefde, nadat hij Heber gewonnen had, vierhonderd en drie jaren, en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 11:16 | En Heber leefde vier en dertig jaren, en gewon Peleg. |
Genesis 11:17 | En Heber leefde, nadat hij Peleg gewonnen had, vierhonderd en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 11:18 | En Peleg leefde dertig jaren, en hij gewon Rehu. |
Genesis 11:19 | En Peleg leefde, nadat hij Rehu gewonnen had, tweehonderd en negen jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 11:20 | En Rehu leefde twee en dertig jaren, en hij gewon Serug. |
Genesis 11:21 | En Rehu leefde, nadat hij Serug gewonnen had, tweehonderd en zeven jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 11:22 | En Serug leefde dertig jaren, en gewon Nahor. |
Genesis 11:23 | En Serug leefde, nadat hij Nahor gewonnen had, tweehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 11:24 | En Nahor leefde negen en twintig jaren, en gewon Terah. |
Genesis 11:25 | En Nahor leefde, nadat hij Terah gewonnen had, honderd en negentien jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 11:26 | En Terah leefde zeventig jaren, en gewon Abram, Nahor en Haran. |
Genesis 11:27 | En deze zijn de geboorten van Terah: Terah gewon Abram, Nahor en Haran; en Haran gewon Lot. |
Genesis 16:1 | Doch Sarai, Abrams huisvrouw, baarde hem niet; en zij had een Egyptische dienstmaagd, welker naam was Hagar. |
Genesis 16:2 | Zo zeide Sarai tot Abram: Zie toch, de HEERE heeft mij toegesloten, dat ik niet bare; ga toch in tot mijn dienstmaagd, misschien zal ik uit haar gebouwd worden. En Abram hoorde naar de stem van Sarai. |
Genesis 16:11 | Ook zeide des HEEREN Engel tot haar: Zie, gij zijt zwanger, en zult een zoon baren, en gij zult zijn naam Ismael noemen, omdat de HEERE uw verdrukking aangehoord heeft. |