H3820 לֵב
innerlijk (zn), verstamd, wil, hart, begrip
Spreuken 19:21 | In het hart des mans zijn veel gedachten; maar de raad des HEEREN, die zal bestaan. |
Spreuken 20:5 | De raad in het hart eens mans is [als] diepe wateren; maar een man van verstand zal dien uithalen. |
Spreuken 20:9 | Wie kan zeggen: Ik heb mijn hart gezuiverd, ik ben rein van mijn zonde? |
Spreuken 21:1 | Des konings hart is in de hand des HEEREN [als] waterbeken. Hij neigt het tot al wat Hij wil. |
Spreuken 21:4 | Hoogheid der ogen, en trotsheid des harten, [en] de ploeging der goddelozen, zijn zonde. |
Spreuken 22:15 | De dwaasheid is in het hart des jongen gebonden; de roede der tucht zal ze verre van hem wegdoen. |
Spreuken 22:17 | Neig uw oor, en hoor de woorden der wijzen, en stel uw hart tot mijn wetenschap; |
Spreuken 23:7 | Want gelijk hij bedacht heeft in zijn ziel, alzo zal hij tot u zeggen: Eet en drink! maar zijn hart is niet met u; |
Spreuken 23:12 | Begeef uw hart tot de tucht, en uw oren tot de redenen der wetenschap. |
Spreuken 23:15 | Mijn zoon! zo uw hart wijs is, mijn hart zal blijde zijn, ja, ik. |
Spreuken 23:17 | Uw hart zij niet nijdig over de zondaren; maar zijt te allen dage in de vreze des HEEREN. |
Spreuken 23:19 | Hoor gij, mijn zoon! en word wijs, en richt uw hart op den weg. |
Spreuken 23:26 | Mijn zoon! geef mij uw hart, en laat uw ogen mijn wegen bewaren. |
Spreuken 23:33 | Uw ogen zullen naar vreemde vrouwen zien, en uw hart zal verkeerdheden spreken. |
Spreuken 23:34 | En gij zult zijn, gelijk een, die in het hart van de zee slaapt; en gelijk een, die in het opperste van den mast slaapt. |
Spreuken 24:2 | Want hun hart bedenkt verwoesting, en hun lippen spreken moeite. |
Spreuken 24:17 | Verblijd u niet als uw vijand valt; en als hij nederstruikelt, laat uw hart zich niet verheugen; |
Spreuken 24:30 | Ik ging voorbij den akker eens luiaards, en voorbij den wijngaard van een verstandeloos mens; |
Spreuken 24:32 | Als ik dat aanschouwde, nam ik het ter harte; ik zag het, [en] nam onderwijzing aan; |
Spreuken 25:3 | Aan de hoogte des hemels, en aan de diepte der aarde, en [aan] het hart der koningen is geen doorgronding. |