H4294 מַטֶּה
tak, staf, stok (pijl), stam

Bijbelteksten

Numeri 1:39Waren hun getelden van den stam van Dan twee en zestig duizend en zevenhonderd.
Numeri 1:41Waren hun getelden van den stam van Aser een en veertig duizend en vijfhonderd.
Numeri 1:43Waren hun getelden van den stam van Nafthali drie en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 1:47Maar de Levieten, naar den stam hunner vaderen, werden onder hen niet geteld.
Numeri 1:49Alleen de stam van Levi zult gij niet tellen, noch hun som opnemen, onder de zonen van Israël.
Numeri 2:5En nevens zal zich legeren de stam van Issaschar; en Nethaneel, de zoon van Zuar, zal de overste der zonen van Issaschar zijn.
Numeri 2:7[Daartoe] de stam van Zebulon; en Eliab, de zoon van Helon, zal de overste der zonen van Zebulon zijn.
Numeri 2:12En nevens hem zal zich legeren de stam van Simeon; en Selumiel, de zoon van Zurisaddai, zal de overste der zonen van Simeon zijn.
Numeri 2:14Daartoe de stam van Gad; en Eljasaf, de zoon van Rehuel, zal de overste der zonen van Gad zijn.
Numeri 2:20En nevens hem de stam van Manasse; en Gamaliel, de zoon van Pedazur, zal de overste der zonen van Manasse zijn.
Numeri 2:22Daartoe de stam van Benjamin; en Abidan, de zoon van Gideoni, zal de overste der zonen van Benjamin zijn.
Numeri 2:27En nevens hem zal zich legeren de stam van Aser; en Pagiel, de zoon van Ochran, zal de overste der zonen van Aser zijn.
Numeri 2:29Daartoe de stam van Nafthali; en Ahira, de zoon van Enan, zal de overste der zonen van Nafthali zijn.
Numeri 3:6Doe den stam van Levi naderen, en stel hem voor het aangezicht van den priester Aaron, opdat zij hem dienen;
Numeri 7:2Dat de oversten van Israel, de hoofden van het huis hunner vaderen, offerden; deze waren de oversten der stammen, die over de getelden stonden.
Numeri 7:12Die nu op den eersten dag zijn offerande offerde, was Nahesson, de zoon van Amminadab, voor den stam van Juda.
Numeri 10:15En over het heir van den stam der kinderen van Issaschar was Nethaneel, den zoon van Zuar.
Numeri 10:16En over het heir van den stam der kinderen van Zebulon was Eliab, de zoon van Helon.
Numeri 10:19En over het heir van den stam der kinderen van Simeon was Selumiel, de zoon van Zurisaddai.
Numeri 10:20En over het heir van den stam der kinderen van Gad was Eljasaf, de zoon van Dehuel.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech