H4294 מַטֶּה
tak, staf, stok (pijl), stam

Bijbelteksten

Numeri 34:19En dit zijn de namen dezer mannen: van de stam van Juda, Kaleb, de zoon van Jefunne;
Numeri 34:20En van den stam der kinderen van Simeon, Semuel, zoon van Ammihud;
Numeri 34:21Van den stam van Benjamin, Elidad, zoon van Chislon;
Numeri 34:22En van den stam der kinderen van Dan, de overste Bukki, zoon van Jogli;
Numeri 34:23Van de kinderen van Jozef: van den stam der kinderen van Manasse, de overste Hanniel, zoon van Efod;
Numeri 34:24En van den stam der kinderen van Efraim, de overste Kemuel, zoon van Siftan;
Numeri 34:25En van den stam der kinderen van Zebulon, de overste Elizafan, zoon van Parnach;
Numeri 34:26En van den stam der kinderen van Issaschar, de overste Paltiel, zoon van Azzan;
Numeri 34:27En van den stam der kinderen van Aser, de overste Achihud, zoon van Selomi;
Numeri 34:28En van den stam der kinderen van Nafthali, de overste Pedael, zoon van Ammihud.
Numeri 36:3Wanneer zij een van de zonen der [andere] stammen van de kinderen Israëls tot vrouwen zouden worden, zo zou haar erfenis van de erfenis onzer vaderen afgetrokken worden, en toegedaan zijn tot de erfenis van dien stam, aan welken zij geworden zouden; alzo zou van het lot onzer erfenis worden afgetrokken.
Numeri 36:4Als ook de kinderen Israëls een jubeljaar zullen hebben, zo zou haar erfenis toegedaan zijn tot de erfenis van dien stam, aan welken zij zouden geworden zijn; alzo zou haar erfenis van de erfenis van den stam onzer vaderen afgetrokken worden.
Numeri 36:5Toen gebood Mozes den kinderen Israëls, naar des HEEREN mond, zeggende: De stam der kinderen van Jozef spreekt recht.
Numeri 36:6Dit is het woord, dat de HEERE van de dochteren van Zelafead geboden heeft, zeggende: Laat zij dien tot vrouwen worden, die in haar ogen goed zal zijn; alleenlijk, dat zij aan het geslacht van haars vaders stam tot vrouwen worden.
Numeri 36:7Zo zal de erfenis van de kinderen Israels niet omgewend worden van stam tot stam; want de kinderen Israels zullen aanhangen, een ieder aan de erfenis van den stam zijner vaderen.
Numeri 36:8Voorts zal elke dochter, die een erfenis erft, van de stammen der kinderen Israëls, ter vrouw worden aan een van het geslacht van den stam haars vaders; opdat de kinderen Israëls erfelijk bezitten, een ieder de erfenis zijner vaderen.
Numeri 36:9Zo zal de erfenis niet omgewend worden van den enen stam tot den anderen; want de stammen der kinderen Israels zullen aanhangen, een ieder aan zijn erfenis.
Numeri 36:12Onder de geslachten van de kinderen van Manasse, den zoon van Jozef, zijn zij tot vrouwen geworden; alzo bleef haar erfenis aan den stam van het geslacht haars vaders.
Jozua 7:1Maar de kinderen Israels overtraden door overtreding met het verbannene; want Achan, de zoon van Charmi, den zoon van Zabdi, den zoon van Zerah, uit den stam van Juda, nam van het verbannene. Toen ontstak de toorn des HEEREN tegen de kinderen Israels.
Jozua 7:18Welks huisgezin als hij deed aankomen, man voor man, zo werd Achan geraakt, de zoon van Charmi, den zoon van Zabdi, den zoon van Zerah, uit den stam van Juda.

Mede mogelijk dankzij