‹ Livius Nieuwsbrief - Augustus 2019Livius Nieuwsbrief - September 2019 ›
Slechte Bijbelvertalingen?
Gepubliceerd op 07-08-2019

Op veel internetforums lezen we vaak dat sommige Bijbelvertalingen slecht zijn vertaald, met meestal als verdere reactie dat een bepaalde andere vertaling dan weer wel goed zou zijn. Niet geheel opvallend is dat deze reaguurders vaak zelf niet de grondtalen beheersen.

Wel of niet vertalen?

Een enkele keer komt tijdens deze discussies de terechte vraag op of men dan de Bijbel wel moet vertalen. Nu zullen er maar weinig christenen zijn die de grondtalen, Hebreeuws, Aramees en Grieks, beheersen. Alleen al om die reden is het zinvol om de Bijbel te vertalen. Ook ten tijde van de apostelen was deze behoefte er al en we zien dan ook dat veel Oudtestamentische passages in het Nieuwe Testament geciteerd zijn van de Septuagint (een Griekse vertaling van het Oude Testament).

Daarnaast is het feit dat het Nederlands (net zoals iedere andere taal) aan verandering onderhevig is. Dit zien we ook terug in vertalingen van de Bijbel. Zo zullen weinig erbij stilstaan dat de "Statenvertaling" meerdere (grote) revisies heeft ondergaan om de Bijbeltekst begrijpbaar te houden. Dat als men tegenwoordig over de Statenvertaling spreekt men meestal de Jongbloed-uitgave daarvan bedoeld. Het is dan ook om die reden dat sinds kort de Herziene Statenvertaling is uitgegeven.

Slechte vertalingen?

Tijdens diezelfde discussies zijn er ook reacties als "Er zijn echter ook tal van vertalingen die sterk afbreuk doen aan Het Woord van God", de vraag is wat hiermee dan wordt bedoeld. Is bewust gedeelten verkeerd vertaald of weggelaten, of bedoelt men dat men niet achter het vertaalprincipe staat.

Wat het eerste betreft, ja er zijn diverse sektarische groeperingen die een eigen vertaling hebben en die op hun doctrines hebben aangepast. Deze zijn dan ook vrij snel te herkennen en daar hoeven we niet lang over uit te weiden.

Wat het tweede betreft, de afgelopen 100 jaar zijn er inderdaad verschillende nieuwe vertalingen gemaakt, met als reden dat eerdere vertalingen verouderd zijn qua taal of om een vertaling uit te geven die voor een bepaalde doelgroep begrijpelijk is. We zullen ons alleen op hierop richten.

Er zijn grofweg een drietal soorten vertaalprincipes: letterlijk (concordant), begrijpelijk (dynamisch) en vrij vertaald (parafrase). Hierbij wordt onder "letterlijk" dicht bij de grondtekst bedoeld, terwijl onder "vrij vertaald" niet (geheel) volgens de grondtekst. Verder de opmerking dat letterlijke vertalingen vaak moeilijker te lezen zijn dan de vrij vertaalde vertalingen. Er zijn nog wat andere soorten, zie hier waar deze worden besproken.

Iedere moderne vertaling baseert zich op de grondtekst. Hierbij moet men bedenken dat we de oorspronkelijke manuscripten niet meer hebben, alleen kopieën zijn er nog welke sommige behoorlijk oud zijn en andere jonger. Probleem is dat bij het kopiëren schrijffouten zijn gemaakt, een letter is verkeerd geschreven, een stukje is overgeslagen of toegevoegd (bv. omdat het in een ander gedeelte ook voorkomt). Er is dan ook een aparte tak van wetenschap, de tekstkritiek, die deze manuscripten met elkaar vergelijkt en probeert te herleiden tot wat er oorspronkelijk heeft gestaan. Deze resultaten zijn in aparte wetenschappelijke edities uitgegeven, met daarbij de diverse varianten zodat de vertaler altijd zelf kan controleren hoe de tekst tot stand is gekomen. Het is op basis van deze wetenschappelijke edities dat een nieuwe vertaling wordt gemaakt. Omdat nog steeds manuscripten worden ontdekt (denk bv. aan de Dode Zee-rollen), is het mogelijk dat in moderne vertalingen teksten of woorden soms anders zijn vertaald of zelfs zijn weggelaten.

We zullen een tweetal voorbeelden noemen:

In Jesaja 49:24 heeft de Statenvertaling “rechtvaardigen” staan, dit was al een probleemtekst omdat het Hebreeuwse parallellisme niet klopte. Dankzij de vondst van de Dode Zee-rollen en enkele oude manuscripten van de Septuagint weten we dat daar “tiran” stond en in nieuwere vertalingen zien we dit dan ook terug.

Een ander bekend voorbeeld is 1 Johannes 5:7-8, in de tekstkritiek ook wel het Comma Johanneum genoemd. Volgens de Statenvertaling en HSV zou er staan:

Want Drie zijn er, Die getuigen in den hemel, de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn Een. En drie zijn er, die getuigen op de aarde, de Geest, en het water, en het bloed; en die drie zijn tot een.

Nu zijn er slechts een tweetal manuscripten voor de 15de eeuw die dit in de tekst hebben, terwijl enkele anderen voor de 15de eeuw het in de kantlijn hebben staan, pas na de 15de eeuw komt het vaker voor als onderdeel van de tekst. Volgens tekstcritici is dit dan ook een latere toevoeging en om die reden laten de meeste moderne vertalingen dit gedeelte weg. Zo heeft de NBV:

Er zijn dus drie getuigen: de Geest, het water en het bloed, en het getuigenis van deze drie is eensluidend.

Ook al zal bij sommigen, die de oudere vertalingen gewend zijn, dit vreemd overkomen en dan in der haast roepen dat het een slechte vertaling is, in wezen is het alleen maar correctere vertaling. Men kan twisten of bepaalde gedeelten volgens de tekstkritiek correct is of niet. Echter strikt genomen kan men op zijn hoogst stellen dat deze passages betwist zijn. Een reden waarom de meeste vertalingen in zo’n situatie een voetnoot hebben met daarin hun vertaalkeuze en welke andere mogelijkheden er zijn.

In de praktijk blijkt dan ook dat er nauwelijks “slechte vertalingen” zijn.


Tags: Bijbelvertalingen
Gerelateerde onderwerpen: Bijbelvertalingen

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen