2 Samuel 21:12

SVZo ging David henen, en nam de beenderen van Saul, en de beenderen van Jonathan, zijn zoon, van de burgeren van Jabes in Gilead, die dezelve gestolen hadden van de straat Beth-san, alwaar de Filistijnen ze hadden opgehangen, ten dage als de Filistijnen Saul sloegen op Gilboa.
WLCוַיֵּ֣לֶךְ דָּוִ֗ד וַיִּקַּ֞ח אֶת־עַצְמֹ֤ות שָׁאוּל֙ וְאֶת־עַצְמֹות֙ יְהֹונָתָ֣ן בְּנֹ֔ו מֵאֵ֕ת בַּעֲלֵ֖י יָבֵ֣ישׁ גִּלְעָ֑ד אֲשֶׁר֩ גָּנְב֨וּ אֹתָ֜ם מֵרְחֹ֣ב בֵּֽית־שַׁ֗ן אֲשֶׁ֨ר [תְּלוּם כ] (תְּלָא֥וּם ק) [שָׁם כ] [הַפְּלִשְׁתִּים כ] (שָׁ֙מָּה֙ ק) (פְּלִשְׁתִּ֔ים ק) בְּיֹ֨ום הַכֹּ֧ות פְּלִשְׁתִּ֛ים אֶת־שָׁא֖וּל בַּגִּלְבֹּֽעַ׃
Trans.wayyēleḵə dāwiḏ wayyiqqaḥ ’eṯ-‘aṣəmwōṯ šā’ûl wə’eṯ-‘aṣəmwōṯ yəhwōnāṯān bənwō mē’ēṯ ba‘ălê yāḇêš gilə‘āḏ ’ăšer gānəḇû ’ōṯām mērəḥōḇ bêṯ-šan ’ăšer tālûm təlā’ûm šām hapəlišətîm šāmmâ pəlišətîm bəywōm hakwōṯ pəlišətîm ’eṯ-šā’ûl bagiləbō‘a:

Algemeen

Zie ook: Beth Shean, Bot, botten, David (koning), Filistijnen, Galg, Gilboa (berg), Gilead, Jabes-Gilead (plaats), Jonathan (zn. van Saul), Qere en Ketiv, Saul (koning)
1 Samuel 31:10

Aantekeningen

Zo ging David henen, en nam de beenderen van Saul, en de beenderen van Jonathan, zijn zoon, van de burgeren van Jabes in Gilead, die dezelve gestolen hadden van de straat Beth-san, alwaar de Filistijnen ze hadden opgehangen, ten dage als de Filistijnen Saul sloegen op Gilboa.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֵּ֣לֶךְ

-

דָּוִ֗ד

David

וַ

-

יִּקַּ֞ח

henen, en nam

אֶת־

dezelve

עַצְמ֤וֹת

de beenderen

שָׁאוּל֙

van Saul

וְ

-

אֶת־

-

עַצְמוֹת֙

en de beenderen

יְהוֹנָתָ֣ן

van Jónathan

בְּנ֔וֹ

zijn zoon

מֵ

-

אֵ֕ת

-

בַּעֲלֵ֖י

de burgeren

יָבֵ֣ישׁ

van Jabes

גִּלְעָ֑ד

in Gilead

אֲשֶׁר֩

die

גָּנְב֨וּ

gestolen hadden

אֹתָ֜ם

-

מֵ

-

רְחֹ֣ב

de straat

בֵּֽית־

-

שַׁ֗ן

Beth-San

אֲשֶׁ֨ר

alwaar

תלום

-

תְּלָא֥וּם

-

שם

-

ה

-

פלשתים

de Filistijnen

שָׁ֙מָּה֙

-

בְּ

-

י֨וֹם

ten dage

הַכּ֧וֹת

sloegen

פְּלִשְׁתִּ֛ים

als de Filistijnen

אֶת־

-

שָׁא֖וּל

Saul

בַּ

-

גִּלְבֹּֽעַ

op Gilboa


Zo ging David henen, en nam de beenderen van Saul, en de beenderen van Jonathan, zijn zoon, van de burgeren van Jabes in Gilead, die dezelve gestolen hadden van de straat Beth-san, alwaar de Filistijnen ze hadden opgehangen, ten dage als de Filistijnen Saul sloegen op Gilboa.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!