Ziel

Bijbelteksten

Psalm 57:2Wees mij genadig, o God! Wees mij genadig, want mijn ziel betrouwt op U, en ik neem mijn toevlucht onder de schaduw Uwer vleugelen, totdat de verdervingen zullen voorbij zijn gegaan.
Psalm 57:5Mijn ziel is in het midden der leeuwen, ik lig [onder] stokebranden, mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard.
Psalm 57:7Zij hebben een net bereid voor mijn gangen, mijn ziel was nedergebukt; zij hebben een kuil voor mijn aangezicht gegraven; zij zijn er midden in gevallen. Sela.
Psalm 59:4Want zie, zij leggen mijner ziel lagen; sterken rotten zich tegen mij; zonder mijn overtreding, en zonder mijn zonde, o HEERE!
Psalm 62:2Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil.
Psalm 63:2O God! Gij zijt mijn God! ik zoek U in den dageraad; mijn ziel dorst naar U; mijn vlees verlangt naar U, in een land, dor en mat, zonder water.
Psalm 63:6Mijn ziel zou als met smeer en vettigheid verzadigd worden, en mijn mond zou roemen met vrolijk zingende lippen.
Psalm 63:9Mijn ziel kleeft U achteraan; Uw rechterhand ondersteunt mij.
Psalm 63:10Maar dezen, [die] mijn ziel zoeken tot verwoesting, zullen komen in de onderste plaatsen der aarde.
Psalm 66:16Komt, hoort toe, o allen gij, die God vreest, en ik zal vertellen, wat Hij aan mijn ziel gedaan heeft.
Psalm 69:2Verlos mij, o God! want de wateren zijn gekomen tot aan de ziel.
Psalm 69:11En ik heb geweend in het vasten mijner ziel; maar het is mij geworden tot allerlei smaad.
Psalm 69:19Nader tot mijn ziel, bevrijd ze; verlos mij om mijner vijanden wil.
Psalm 70:3Laat hen beschaamd en schaamrood worden, die mijn ziel zoeken; laat hen achterwaarts gedreven en te schande worden, die lust hebben aan mijn kwaad.
Psalm 71:10Want mijn vijanden spreken van mij, en die op mijn ziel loeren, beraadslagen te zamen,
Psalm 71:13Laat hen beschaamd worden, laat hen verteerd worden, die mijn ziel tegen zijn; laat hen met smaad en schande overdekt worden, die mijn kwaad zoeken.
Psalm 71:23Mijn lippen zullen juichen, wanneer ik U zal psalmzingen, en mijn ziel, die Gij verlost hebt.
Psalm 74:19Geef aan het wild gedierte de ziel Uwer tortelduif niet over; vergeet den hoop Uwer ellendigen niet in eeuwigheid.
Psalm 77:3Ten dage mijner benauwdheid zocht ik den Heere; mijn hand was des nachts uitgestrekt, en liet niet af; mijn ziel weigerde getroost te worden.
Psalm 77:4Dacht ik aan God, zo maakte ik misbaar; peinsde ik, zo werd mijn ziel overstelpt. Sela.

BoekenBoeken