Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
Jebel Sin Bishar (ook bekend als Gabal Sin Bishar, Berg Sin Bishar of Jebel Sin Bishr) is een berg in het westen van de centrale Sinaï. Het is voorgesteld als de Bijbelse berg Sinaï door Menashe Har-El, een Bijbelse geograaf aan de Universiteit van Tel Aviv in zijn boek The Sinai Journeys: The Route of the Exodus.
Beschrijving
Dr. Har-El geeft een aantal belangrijke redenen waarom hij gelooft dat de traditionele locatie van Jebel Horeb (Jebel Musa) in het zuiden van de Sinaï niet de berg Sinaï kan zijn:
- De geologie, de bodem en de vegetatie op het zuidelijke schiereiland konden het Joodse volk niet ondersteunen in het jaar dat ze daar woonden.
- In het zuiden van de Sinaï zijn er talloze oases, maar ze worden niet genoemd in de Bijbel (toch vermeldt de Bijbel in detail andere oases en natuurlijke kenmerken op de Exodus-route).
- Natuurlijke omstandigheden in de zuidelijke Sinaï zouden niet genoeg voedsel (behalve vis) hebben toegestaan voor het Joodse volk om te overleven.
- Er zijn visgronden in de zuidelijke Sinaï, maar het Joodse volk klaagde in Numeri 11:5 dat ze de vis misten die ze in Egypte aten. Klagen over een gebrek aan vis in het dieet terwijl het in de zuidelijke Sinaï in de buurt te vinden is, ondermijnt deze locatie als kandidaat.
- De zuidelijke Sinaï ligt niet op de route naar Kanaän of Kades-Barnea.
- Cruciaal is dat de zuidelijke Sinaï niet op de route naar Midian vanuit Egypte ligt. Mozes had zijn kamp opgeslagen bij de berg Sinaï toen hij met zijn vrouw en zoon vanuit Midian terugkeerde naar Egypte. Hij ontmoette Aäron daar ook toen hij terugkeerde naar Egypte vanuit Midian (Ex. 4:27) op een andere reis. Dit suggereert sterk dat de berg Sinaï zich bevond in de buurt van de oude weg die Egypte met Midian verbond - een weg die tot vrij recent werd gebruikt als een islamitische pelgrimsroute naar Mekka vanuit Egypte.
- De berg Sinaï zou drie dagen reizen van Egypte moeten zijn, gebaseerd op het verzoek van de farao aan Mozes (Ex. 8:28; 5:3). Dit zou uitsluiten dat de berg Sinaï in het zuiden van Egypte ligt, dat veel verder weg was.
- Er waren koper- en turkooismijnen in de zuidelijke Sinaï die mogelijk werden bewaakt door het Egyptische leger. Het is onwaarschijnlijk dat het Joodse volk vrijwillig in de buurt van militaire buitenposten is gebleven nadat ze hun huizen in Gosen hadden verlaten.
- Jebel Sin Bishar is een reis van elf dagen naar Kades-Barnea, waarmee Deuteronomium 1:2 wordt vervuld. De kandidaten in de zuidelijke Sinaï zijn veel verder weg. Dr. Har-El pleitte om dezelfde reden ook tegen de andere zuidelijke locaties.
Jebel Sin Bishar & Sudervallei
Har-El gelooft dat het bewijs ondersteunt dat de berg Sinaï zich in de Suder-vallei in het west-centrale Sinaï schiereiland bevindt. Zijn redenen zijn onder meer:
- Deze regio is ver genoeg verwijderd van potentiële Egyptische legers in het mijngebied in het zuiden en de weg in het noorden langs de Middellandse Zee – de Weg van het Land van de Filistijnen (cf. Ex. 13:17) – om te overleven zonder Egyptische troepen te ontmoeten.
- De Sudervallei ligt in een gebied waarvan bekend is dat het werd gebruikt door Semitische mensen die naar Egypte reisden (1 Kon. 11:17-18).
- De ontmoeting tussen Aäron en Mozes (Ex. 4:27) vond waarschijnlijk plaats op de weg tussen Midian en Egypte, maar dichter bij Egypte.
- De Suder-vallei past bij de wildernis die in de Bijbel wordt beschreven.
- "Gabal Sin Bishar" betekent "de weergave van de wet" of "de wetten van de mens", en dit is de enige berg waar mogelijk de naam "Sinaï" bewaard is gebleven in de naam "sin".
- Har-El citeert de geschriften van Josephus, die toegang had tot de heilige boeken van de Joodse tempel die hij na de val van Jeruzalem in 70 n.C. van de Romeinse generaal Titus had gekregen. Josephus schrijft dat de berg de hoogste berg in zijn omgeving was. De bekendheid van Jebel Sin Bishar is tandvormig en onderscheidt zich van zijn omgeving, ondanks dat het 618 meter boven de zeespiegel ligt en slechts 300 meter boven het landschap. Dit betekent ook dat het niet zo hoog is dat het voor de 80-jarige Mozes moeilijk zou zijn om vier keer op en neer te gaan (Exodus hoofdstuk 19-34) of te moeilijk voor de Aäron en de 70 oudsten om met hem omhoog te gaan.
- Er zijn graven en aardewerk uit de midden-bronstijd.
- Er zijn ronde stapels stenen aan de voet van Jebel Sin Bishar (Ex. 24:4).
- Met name gaat het in op het verzoek van Farao om niet ver buiten Egypte te gaan (drie dagen vanaf de grens zoals voorgeschreven in Ex. 8:27).
- Er is een wijdverspreide aanwezigheid van krijt en vuursteen in Wadi Suder. (Ex. 4:24-26 vermeldt dat de zoon van Mozes op korte termijn werd besneden met behulp van vuursteen aan de voet van de berg).
- Het nabijgelegen weiland en het water hadden het Joodse volk een jaar lang kunnen onderhouden.
Kritiek
Dr. Har-El stelt dat de afstand tussen Jebel Sin Bishar en Kades-Barnea een reis is van elf dagen (cf. Deut. 1:2). Dit is ongeveer een afstand van 235 kilometer en waarbij het volk dus ruim 21,3 kilometer per dag moet afleggen en wat zeker mogelijk is voor een wandelaar. Het probleem is echter dat er ook veel kinderen, dieren en andere goederen bij waren, naast dat het heuvelachtig en onherbergzaam terrein is. Ook dit zijn factoren die van invloed zijn hoeveel in een dagreis afgelegd kan worden. Het is eerder aannemelijk dat het volk gemiddeld 10 kilometer per dag aflegde en waaruit blijkt dat deze afstand te groot is.
Daarnaast wordt in Deuteronomium 1:2 gesproken over de weg naar het gebergte van Seïr welke veel oostelijker ligt en dan eerder een zuidelijker route was gekozen welke niet via Kades-Barnea ging. Een ander probleem is dat in Numeri 33:16-37 twintig halteplaatsen worden genoemd en het behoorlijk onmogelijk lijkt dat dit in elf dagen is gedaan (F. Faiman, JBQ 22/2: p. 92). Hoewel hier diverse andere verklaringen voor zijn te verzinnen, zoals dat in Deuteronomium wordt gesproken over de minimale reistijd en niet dat ze er echt zoveel tijd over hebben gedaan.
Het argument dat er krijt en vuursteen in Wadi Suder is omdat de zoon van Mozes werd besneden (Ex. 4:24-26) is zwak, want nergens staat dat Mozes dit mes maakte. Hij kon dit ook reeds bij zich hebben. Ook het idee dat Suder-vallei past bij de wildernis die in de Bijbel wordt beschreven gaat niet geheel op omdat grote delen van de Sinaï-woestijn en dan vooral het midden en zuidelijke gedeelte ook hieraan voldoen. Hetzelfde geldt voor de graven en aardewerk uit de midden-bronstijd welke ook elders in deze woestijn zijn gevonden.
Ook al ligt Jebel Sin Bishar op de oude weg die Egypte met Midian verbond, deze ging van daaruit wel een stuk zuidelijker (richting Eilat). Dit argument is dan ook alleen geldig om de noordelijke woestijnroute uit te sluiten en waarvan in Exodus 13:17 expliciet gezegd wordt dat ze deze weg niet mochten nemen.
Conclusie
Dr. Har-El geeft diverse argumenten die zeker hout snijden, maar welke ook gelden voor diverse andere theorieën waar de berg Sinaï lag. Aan de andere kant zijn er enige kritiekpunten, maar welke veelal ook voor de andere theorieën opgaan. We kunnen dan ook hooguit stellen dat het een mogelijkheid is dat met Jebel Sin Bishar de berg Sinaï wordt bedoeld.
Aangemaakt 8 augustus 2023, laatst bijgewerkt 12 augustus 2023
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!