Hooglied 2:7

ABIk bezweer je, jullie dochters van Jeruzalem! Bij de gazellen en bij de hinden in het veld, dat je die liefde niet opwekt, of laat ontwaken, totdat [deze] het behaagt.
SVIk bezweer u, gij, dochteren van Jeruzalem! [die] bij de reeen, of bij de hinden des velds zijt, dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het [dezelve] luste!
WLCהִשְׁבַּ֨עְתִּי אֶתְכֶ֜ם בְּנֹ֤ות יְרוּשָׁלִַ֙ם֙ בִּצְבָאֹ֔ות אֹ֖ו בְּאַיְלֹ֣ות הַשָּׂדֶ֑ה אִם־תָּעִ֧ירוּ ׀ וְֽאִם־תְּעֹֽורְר֛וּ אֶת־הָאַהֲבָ֖ה עַ֥ד שֶׁתֶּחְפָּֽץ׃ ס
Trans.hišəba‘ətî ’eṯəḵem bənwōṯ yərûšālaim biṣəḇā’wōṯ ’wō bə’ayəlwōṯ haśśāḏeh ’im-tā‘îrû wə’im-tə‘wōrərû ’eṯ-hā’ahăḇâ ‘aḏ šeteḥəpāṣ:

Algemeen

Zie ook: Gazelle, Hert, Jeruzalem, Seks (voor het huwelijk)
Spreuken 5:19, Hooglied 3:5, Hooglied 8:4

Aantekeningen

Ik bezweer u, gij, dochteren van Jeruzalem! [die] bij de reeën, of bij de hinden des velds zijt, dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het [dezelve] luste!


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

הִשְׁבַּ֨עְתִּי

Ik bezweer

אֶתְ

-

כֶ֜ם

-

בְּנ֤וֹת

u, gij, dochteren

יְרוּשָׁלִַ֙ם֙

van Jeruzalem

בִּ

-

צְבָא֔וֹת

bij de reeën

א֖וֹ

of

בְּ

-

אַיְל֣וֹת

bij de hinden

הַ

-

שָּׂדֶ֑ה

des velds

אִם־

-

תָּעִ֧ירוּ׀

niet opwekt

וְֽ

-

אִם־

-

תְּעֽוֹרְר֛וּ

noch wakker maakt

אֶת־

-

הָ

-

אַהֲבָ֖ה

zijt, dat gij die liefde

עַ֥ד

-

שֶׁ

-

תֶּחְפָּֽץ

totdat het luste


Ik bezweer u, gij, dochteren van Jeruzalem! [die] bij de reeën, of bij de hinden des velds zijt, dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het [dezelve] luste!

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!