Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
H1826_ דָּמַם
verstommen, omkomen, stil, stil zijn, zwijgen, stilzwijgen, uitroeien, verstarren, stilstaan
Taal: Hebreeuws
Onderwerpen
Zwijgen,
Statistieken
Komt 30x voor in 11 Bijbelboeken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
damam, ww., TWOT 439; van Ugar. dmm "stil worden", Aram. דמדם "hij was in een roes", Arab. damdama "hij verstilde", Ethiop. tadamama "hij was sprakeloos" (Klein, p. 127); Deze stam is een onomatopee welke in veel verwante families en talen voorkomt (Gesenius, דָּמַם) en we ook terugvinden bij die woorden waarin het idee van de mond als gesloten wordt verwezen zoals naar de smaak (טְעֵם H2942), naar honger (צוּם H6684), naar sprakeloze of onbedoelde klanken (בָּרַם,xנָהַם H5098, נָאַם H5001), of tenslotte naar de algemene betekenis van sluiten, afsluiten אָטַם H331 (Gesenius, דָּמַם).
1) qal zwijgen, verstommen, verstarren; stokstijf stil staan; stoppen; pf דָֽמּוּ (Job 30:27; Ps. 35:15); ipf יִדֹּם, וָאֶדֹּם; יִדְּמוּ, נִדְּמָה imp דּוֹם, דֹּם, דֹּמוּ (Ps. 4:4 [5], 37:7), דֹּמִּי,xהֵאָנֵ֣ק דֹּ֗ם hē’ānēq dōm "kerm in stilte", Vulg. ingemisce tacens (Ezech. 24:17);x1b) van de zon en maan (→ zonstilstand Jozua) tijdens de slag bij Gibeon (Joz. 10:12-13);x2) niphal omkomen, verdelgd worden → דמה pf נָדַם, נָדַ֫מּוּ ipf תִּדֹמִּי, יִדַּמּוּ (1 Sam. 2:9; Jer. 25:37, 48:2, 49:26); 3) poel stillen, kalmeren; pf וְדוֹמַמְתִּי (Ps. 131:2); 4) hiphal verdelgen; pf sf הֲדִמָּנוּ (Jer. 8:14).
Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon
[דָּמַם] vb. wail—Is 23:2
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H1826 דָּמַם dâmam; a primitive root (compare 1724, 1820); to be dumb; by implication, to be astonished, to stop; also to perish — cease, be cut down (off), forbear, hold peace, quiet self, rest, be silent, keep (put to) silence, be (stand) still, tarry, wait.
Synoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws דָּהַם H1724 "verward, verbaast, hulpeloos"; Hebreeuws דּוּמָם H1748 "stom, stilheid, stilzwijgend, zwijgend, stil"; Hebreeuws דָּם H1818 "bloed vergoten -, bloedgerichten, bloedbruidegom, bloed, bloed vergoten -, bloedbad"; Hebreeuws דָּמָה H1820 "ten onder gaan, vergelijken, tot rust komen, vergaan, verdelgen, uitroeien, ophouden, afhouwen"; Hebreeuws דְּמָמָה H1827 "zacht suizen, stilte, het suizen van, fluisterende, het suizen van een zachte stilte, doen";
Literatuur
Peter D.H. Broers, Woordenboek van het Bijbels Hebreeuws, , [2007], ,
H.W.F. Gesenius, Hebrew-Chaldee Lexicon to the Old Testament, , [1979], ,
R. Laird Harris, Theological Wordbook of the Old Testament, , [2003], 439 ,
Ernest Klein, Comprehensive Etymological Dictionary of the Hebrew Language for Readers of English, , [2015], p. 127 ,
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!
Mede mogelijk dankzij