Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
H4150_ מוֹעֵד
tijdstip, afgesproken tijd, ontmoeting
Taal: Hebreeuws
Onderwerpen
Feesten en rouwdagen, Moed, Moadim, Seizoenen,
Statistieken
Komt 223x voor in 26 Bijbelboeken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
mow`ed mv. מוֹעֲדִים soms ook מוֹעֲדוֹתx(2 Kron. 8:13 †), zn. mnl., TWOT 878b; gevormd van יָעַד H3259 met tijdelijke of lokale prefix מ◌ (E. Klein, p. 327).
1) (vast) tijdstip (Ex. 9:5; 13:10); 1a) afgesproken tijd, bv. van de zon en de maan (Gen. 1:14; Ps. 104:19), of van de vogeltrek (Jer. 8:7); 1b) van een zwangerschap (Gen. 18:14; 21:2); 2) plaats van samenkomst (Jes. 33:20); 2a) אֹ֥הֶל מֹועֵ֖ד tent van samenkomst, tabernakel (Ex. 27:21; Lev. 1:1); 2b) PBH tempel, synagoge; 3) feestdag (Lev. 23:2; 2 Kron. 2:4; Klaagl. 2:6-7; S. Dimattei, p. 30-31). In het Jodendom een van de drie bedevaartfeesten Pesach, Shavoe’ot en Sukkoth, meer algemeen alle feestdagen; Ivr. מֹועֲדִם לְשִׂמְחָה! prettige feestdagen (J. Pimentel, p. 224); 3b) de dagen tussen Pesach en Sukkoth; 4) סֵדֶר מוֹעֵד Moëd, de tweede van de zes סְדָרִים Sedarim van de Mishnah; 5) Ivr. מוֹעֲדוֹן ontmoetingsplaats, club. Van מוֹעֵד met suffix ◌וֹן; Bedacht door Ithamar Ben-Avi (1882-1943) (E. Klein, p. 327).
Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon
מוֹעֵד 223 n.m. appointed time, place, meeting 1 appointed time 2 appointed meeting 3 appointed place 4 appointed sign, signal 5 tent of meeting
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H4150 מוֹעֵד môwʻêd; or מֹעֵד; or (feminine) מוֹעָדָה; (2 Chronicles 8:13), from 3259; properly, an appointment, i.e. a fixed time or season; specifically, a festival; conventionally a year; by implication, an assembly (as convened for a definite purpose); technically the congregation; by extension, the place of meeting; also a signal (as appointed beforehand) — appointed (sign, time), (place of, solemn) assembly, congregation, (set, solemn) feast, (appointed, due) season, solemn(-ity), synogogue, (set) time (appointed).
Synoniemen, homoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws יָעַד H3259 "bestemmen, bepalen, afspreken"; Hebreeuws מוֹעָד H4151 "gelid, rang"; Hebreeuws מוּעָדָה H4152 "appointed";
Literatuur
- Peter D.H. Broers, Woordenboek van het Bijbels Hebreeuws, , [2007], ,
- Steven Dimattei, Genesis 1 and the Creationism Debate, Being Honest to the Text, Its Author, and His Beliefs, [2016], p. 30-31,
- H.W.F. Gesenius, Hebrew-Chaldee Lexicon to the Old Testament, , [1979], ,
- R. Laird Harris, Theological Wordbook of the Old Testament, (TWOT), [2003], 878b,
- Ernest Klein, Comprehensive Etymological Dictionary of the Hebrew Language for Readers of English, , [2015], p. 327,
- Jitschak Pimentel, Woordenboek Hebreeuws-Nederlands, , [1994], p. 224,
Mede mogelijk dankzij