‹ Vakantie na COVID-19 met Israël Idoed ReizenDe leer van de opname van de gemeente (1) ›
Wereldwijde crises in Openbaring 8
Gepubliceerd op 15-06-2020

We maken momenteel met Covid-19 een ongekende wereldwijde infectiecrisis mee. Dit is een ongeëvenaarde gebeurtenis in ons aller leven, hoewel niet in de geschiedenis van de mensheid. En dan zoek je in de Bijbel naar aanwijzingen hoe we deze dingen moeten plaatsen. Er zijn meerdere antwoorden te geven, maar ik wil me in dit artikel beperken tot het visioen dat Johannes op Patmos krijgt en dat hij heeft opgeschreven in Openbaring 8.

In Openbaring 5 lezen we over de boekrol met de zeven zegels die het plan van God voor de toekomst bevat. Alleen Jezus kon deze rol openen. In het volgende hoofdstuk (Op.6) worden de eerste zes zegels geopend. De inhoud van de zegels komt overeen met Matteüs 24 en beschrijft de tijd tussen Pinksteren en eindtijd. We horen over kenmerken als wereldwijde evangelieverkondiging, oorlogen, honger en vervolging. In hoofdstuk 7 worden de eindtijdoordelen tegengehouden totdat de gelovigen verzegeld zijn. Johannes ziet wie er behouden worden, namelijk een volheid uit Israël en een grote schare uit de andere volkeren.

Dan komen we in hoofdstuk 8, waar we lezen dat het Lam het zevende en laatste zegel verbreekt (vs.1). De eerste vier van zeven engelen blazen op een bazuin om een oordeel aan te kondigen.

Stilte in de hemel

Voordat de engelen op hun bazuin blazen wordt het stil in de hemel, ongeveer een half uur lang (vs.1). Johannes ziet de zeven engelen die voor Gods aangezicht staan (vs.2). Het lidwoord ‘de’ geeft aan dat het een voor de hoorders bekende groep is. Het gaat om de aangezichtsengelen (of aartsengelen) die voortdurend voor God staan (vgl. Luc.1:19 ‘Gabriël, die voor Gods aangezicht staat’). Zij nemen onder de hemelse dienaren van God de hoogste plaats in. Twee van hen worden in de Bijbel met name genoemd, namelijk Gabriël (Dan.8:16; 9:21; Luc.1:19,26) en Michaël (Dan.10:13, 21; 12:1; Jud.1:9; Op.12:7).

Ze krijgen zeven bazuinen, trompetten, maar ze mogen er nog niet op blazen. Pas vanaf vers 6 gaan zij hun instrumenten gebruiken, nadat een andere engel de gebeden van de heiligen op aarde voor Gods aangezicht heeft gebracht (vs.3-5). De oordelen die de zeven bazuinen zullen brengen, worden uitgesteld totdat de stilte in de hemel voorbij is. Een stilte in de hemel is heel erg ongewoon. We lezen nergens anders over een stilte in de hemel. Er wordt juist dag en nacht gezongen en aanbeden door engelen, oudsten, wezens (Op.4:8 etc.). Wat is hier aan de hand? Waarom gebeurt dit? Wat is er zo belangrijk dat de oordelen onderbroken worden?

Het antwoord krijgen we in de verzen 3-4. De gebeden van de heiligen, van de gelovigen op aarde, moeten eerst voor Gods troon gebracht worden. Beseffen we wat hier gebeurt? De gebeden van gelovigen op aarde veroorzaken een pauze in de hemel! Alle ogen zijn gericht op een engel die bij het altaar (Het ‘gouden altaar’ is het gouden reukofferaltaar, dat we ook al in Op.6:9 tegenkwamen ‘zielen onder het altaar’) gaat staan. Wat een waardering in de hemel voor de biddende gemeente op aarde! Een half uur stilte! Het lijkt een korte tijd, maar als het werkelijk stil is, duren een paar minuten heel lang. Denk aan twee minuten stilte op 4 mei. Hier is er dertig minuten stilte!

Er wordt een pauze ingelast in het uitvoeren van Gods plan om eerst te horen wat de gemeente op aarde bidt. Wat een status hebben onze gebeden! Wij zijn als gemeente op aarde, maar in Christus ook in de hemel. Door de Heilige Geest hebben we nu al een hemelse status (zie ook bv. Ef.2:6).

Gebeden worden gezuiverd

We mogen hier achter de schermen kijken en zien hoe onze gebeden in de hemel tot God komen (vs.3-4). Er wordt gezegd dat er veel reukwerk bij de gebeden gevoegd wordt. Het reukwerk moet de gebeden aangenaam maken voor God. Door het reukwerk worden de gebeden gezuiverd van alle onreinheid. Let er op dat Johannes zegt dat het reukwerk aan deze engel vanuit zijn omgeving wordt aangereikt. De hemel werkt mee om de gebeden van de gemeente op aarde voor de troon van God te brengen.

Op aarde helpt de Heilige Geest ons hoe we moeten bidden, in de hemel wordt wat nog onvolmaakt is, verder gezuiverd.

Gebeden en oordelen

Daarna neemt de engel het wierookvat, vult het met vuur en werpt het op de aarde (vs.5). Let op! Met hetzelfde wierookvat waarmee de gebeden van de gelovigen voor Gods troon werden gebracht, wordt nu vuur, oordeelsvuur, op aarde geworpen. Hetzelfde wierookvat, hetzelfde vuur, hetzelfde altaar, dezelfde engel. De engel die onze gebeden bij God aanbiedt (vs.3), die ons helpt en steunt in onze gebeden, diezelfde engel brengt nu met kolen van datzelfde altaar oordeel op aarde. Vuur is hier, zoals vaak in de Bijbel (Deut.4:24; 9:3; Ps.50:3), een symbool van oordeel (zie ook vs.7). De boodschap dat er vuur op de aarde terechtkomt, is een korte samenvatting van de oordelen die door de zeven bazuinen veroorzaakt zullen worden. Het hemelse vuur bewerkt op aarde donderslagen, bliksemflitsen en een aardbeving. Deze verschijnselen zijn vaak aanwijzingen van Gods ingrijpen in het wereldgebeuren. Het gebeurde ook bij Jezus’ kruisiging en opstanding (vgl. Mat.27:51; 28:2).
De gebeden van de gelovigen staan dus in direct verband met de oordelen van God. Dan komt de vraag bij me op, wat zou de gemeente op aarde gebeden hebben. Moeten we hier denken aan het inzamelen van allemaal wensen? Ik denk het niet. Als we kijken naar de uitwerking in vers 5, het op aarde werpen van oordeelsvuur, dan denk ik dat de gelovigen op aarde hetzelfde gebeden hebben als de martelaren onder het altaar in de hemel in hoofdstuk 6 (vs.9-11). Zij hebben gebeden dat het rechtvaardige oordeel van God zich spoedig over de wereld zal voltrekken.

Wat is dit mooi, ons schijnbaar krachteloze gebed wordt ingeschakeld in Gods handelen. De Vader regeert de wereld met inspraak van de gelovigen op aarde! Wat een hoge positie hebben wij. Wat een eer dat wij betrokken worden bij de uitvoer van Gods plan. Zelfs de aartsengelen die de bazuinen moeten blazen, krijgen hiervoor geen opdracht voordat de gebeden van de heiligen aan God zijn aangeboden.

Ecologische rampen

Dan maken de zeven engelen zich klaar om op hun bazuin te blazen (vs.6). Na de zeven zegels komen de zeven bazuin-oordelen. De zeven bazuinen kondigen oordelen aan, maar tegelijk is er nog de mogelijkheid dat de mensen op aarde zich bekeren (zo lezen we in Op.9:20-21). Daarom zijn deze bazuin-oordelen tegelijk ook een waarschuwing en oproep tot bekering.

De eerste vier bazuinen brengen ecologische rampen, milieurampen. Er wordt schade toegebracht aan bomen, gras, zee, rivieren, bronnen, zon, maan en sterren. Hierdoor sterven mensen en dieren. De beschrijving van de gebeurtenissen herinnert aan de tien plagen in Egypte (Ex.7-12). Ook de farao van Egypte had op dat moment nog de mogelijkheid zich te bekeren (Ex.7:3-5), zoals ook de mensen in de tijd van deze bazuin-oordelen (9:20-21).

Het blazen op de eerste bazuin veroorzaakt dat een derde van alle vegetatie op aarde verbrandt, een milieu ramp van enorme omvang. Johannes zegt dat hij een regen van hagel en vuur ziet, met bloed vermengd.

Wat moeten we ons voorstellen bij wat Johannes heeft gezien? Sommigen denken aan nucleaire verschijnselen. Anderen aan een roodkleurige zure regen. In het gebied rond de Middellandse Zee kan regen soms vermengd zijn met rood zand uit de Sahara.

Bij het blazen op de tweede bazuin komt een derde deel van de zeedieren om en een derde van de schepen vergaat (vs.8-9). Johannes ziet dat er een brandend voorwerp zo groot als een hoge berg in zee valt. We kunnen denken aan een meteoor of komeet (zoals er ook in vs.10 en 6:13 hemellichamen naar beneden vallen). Ook kan gedacht worden aan buitengewoon sterke vulkanische uitbarstingen. Johannes ziet ook een derde van de schepen vergaan. De oorzaak hiervan zijn waarschijnlijk de vloedgolven die door de explosie zijn ontstaan, zoals ook bij de uitbarsting van de Vesuvius in 79 n. Chr. gebeurde. Toen werden Pompeii en andere steden volledig bedolven met as en lava. Ook toen leidde dit tot een grote sterfte onder de zeedieren en tot hoge vloedgolven die de scheepvaart teisterden. Een derde deel van de zeedieren sterft en een derde van de schepen vergaat.

Bij de derde bazuin wordt een derde van het water op aarde ondrinkbaar (vs.10-11). Johannes ziet een grote vurige bal uit de hemel vallen. De uitwerking van de derde bazuin heeft, evenals de tweede, gevolgen die lijken op de eerste plaag in Egypte, waarbij het water ondrinkbaar werd (Ex.7:15-24). De vurige bal is een astēr, wat naast een ster ook een planeet of een komeet kan aanduiden. De ‘ster’ draagt de naam Alsem, in het Grieks Apsinthos. Het verwijst naar een kruid dat apsintalsem heet, en dat een bijzonder giftige vloeistof bevat, apsint. De ramp zorgt ervoor dat een derde van het water in de wereld ondrinkbaar wordt. Een derde deel van het zoete water is vergiftigd en heeft een dodelijk effect op hen die het drinken.

Bij de vierde bazuin wordt de zon met maan en sterren getroffen, wat tot gevolg heeft dat een derde van de aarde donker wordt of dat de hele aarde voor een derde minder licht ontvangt (vs.12). Dat laatste is nog ernstiger. In het eerste geval is er sprake van een permanente zonsverduistering, in het tweede van een verlies van kracht van de zon.

Hoe het ook zij, de bedoeling van dit vers is wel duidelijk. Er zal een angstaanjagende verstoring zijn van zon en sterren die duisternis veroorzaakt. Door dit oordeel moet nog één keer duidelijk worden dat de wereld niet op zichzelf kan bestaan, maar afhankelijk is van God.

Intermezzo

Het laatste vers (vs.13) vormt een kort intermezzo als overgang naar de laatste drie bazuinen, die uitvoeriger beschreven worden en nog ernstiger gevolgen hebben. Johannes hoort en ziet een arend die luidt roept ‘Wee, wee, wee de bewoners van de aarde, wanneer de trompetten zullen klinken van de drie engelen die nog komen!’

Deze boodschap is een waarschuwing dat de oordelen van de volgende bazuinen met name de mensen zullen treffen, terwijl de eerdere oordelen vooral de natuur troffen. ‘Zij die wonen op de aarde’ is een omschrijving van de ongelovige mensheid die zich tegen God verzet (vgl. Op.6:10). De plechtige woorden ‘wee, wee, wee’ maken duidelijk dat de laatste drie bazuinen veel groter onheil zullen brengen dan de eerste vier.

Milieurampen als oordelen

Het valt op dat de eerste bazuinoordelen volgens het boek Openbaring gekenmerkt worden door milieurampen.

Als er iets is waarin de tweede helft van de 20e eeuw en het begin van de 21e eeuw zich onderscheidt, is het wel door milieurampen. De Duitse theoloog Moltmann spreekt over een ecologische zelfmoord van de mensheid (J. Moltmann, p. 208-211). De oordelen van God zijn geen wereldvreemde gebeurtenissen. Oordelen van God hebben te maken met de gevolgen van de zonde van de mensen. Bij milieurampen is de relatie tussen zonde en oordeel heel duidelijk. Terwijl de wereld afglijdt naar een complete zelfvernietiging, wordt er in de hemel naar de gebeden van de gemeente op aarde geluisterd.

De gelovigen op aarde worden serieus genomen en mogen nu al in geestelijke zin met Jezus regeren. Wij zijn plaatsvervangers van Hem op aarde!

Vooruitgangsgeloof of wederkomst

We moeten niet proberen via de corona crisis te duiden waar we ons bevinden op Gods tijdspad richting eindtijd. Bijbelse profetie is geen foto, maar een schilderij. In het boek Openbaring gaat het van ‘zegels’ naar ‘bazuinen’ naar ‘schalen’, een aaneenschakeling van crises die de wereld zullen treffen. God openbaart aan ons dat de wereld in zijn huidige vorm via toenemende crises tot een einde zal komen.

Het idee dat deze wereld zich in alle geleidelijkheid altijd maar verder zal ontwikkelen in een opgaande lijn, is een mythe. Het alomtegenwoordige westerse vooruitgangsgeloof is vooral gebaseerd op een vast geloof in de moderne wetenschap. Dat deze wetenschap haar grenzen heeft wordt ook in de huidige corona crisis pijnlijk duidelijk. Het boek Openbaring laat ons zien dat de wereld in een steeds grotere crisis terechtkomt. Met meer dood en verderf en vernietiging.

Tegelijkertijd is er geen boek dat het behoud van de aarde krachtiger verkondigt dan het boek Openbaring. Het uitzicht dat ons wordt gegeven is de wederkomst van Christus (Op.19:11vv.) gevolgd door een rijk van volkomen heil en vrede op aarde (Op.20:1vv.) en daarna een nieuwe hemel en aarde.

Het boek Openbaring geeft een krachtig getuigenis dat de aarde niet vergaat, maar wordt behouden en omgevormd tot een nieuwe aarde van vrede en gerechtigheid (Op.21-22).

Drs Gijs van den Brink

Dit artikel is eerder verschenen in het StudieBijbel magazine 13.4 juni 2020 en met toestemming van het Centrum voor Bijbelonderzoek hier geplaatst.

Aantekeningen bij de Bijbel heeft een samenwerkingsverband met Centrum voor Bijbelonderzoek en bij een abonnement op hun 'StudieBijbelpakket Salomo' krijgt u via deze link de eerste 60 dagen gratis.

Tags: Openbaring (boek)
Gerelateerde onderwerpen: Openbaring (boek)

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs